Over tellen en vertellen.                                                                Terug


In het Tweede Register werd op 13 november 1947 de PH-NCH ingeschreven.
De Rijksluchtvaartdienst gaf voor dit toestel constructienummer 11906 op, terwijl vaststaat dat het toestel
uit de USAAF kwam met serienummer 44-79892.

Hier was iets grondig mis, deze nummers rijmden op geen enkele manier met elkaar.
Hoe het zo gekomen was, en wat de verrassende oplossing van dit probleem was, zal ik hieronder uit de doeken doen.

Eerst iets over tellen en rekenen.
Iedereen die al iets langer meeloopt in onze fascinerende hobby kent de beruchte gevallen van mislukte rekenpartijen.
- Gaten in blokken constructienummers worden gevuld met waarschijnlijk passende of passend gemaakte series (Harvard).
- De onwaarschijnlijk lijkende werkelijkheid wordt al tellend aangepast of verbogen tot een beter passende maar geheel
  foutieve.  Zo zijn er nog steeds lieden die niet willen/kunnen geloven dat na Super Cub R-118 met c/n 18-3608 het volgende
  toestel, de R-119 dus, constructienummer 18-3809 heeft. Terwijl dat al meer dan 30 jaar bekend is!
- Onlangs kreeg ik een c/n-plaatje van een Super Cub onder ogen waarop in het (correcte) constructienummer correcties
  geslagen waren om het gelijk (en dus fout) te maken aan het framenummer. Dat had ik nog niet eerder gezien, dat het
  in de papieren gebeurde is niet echt bijzonder maar dit wel!
- Data van inschrijving werden berekend (1e Register).
-
 En ook wil ik nog wijzen op een zorgelijk fenomeen. Ik benaderde een auteur van een publicatie met de vraag of een daarin
  vermeld feit
met bewijs gestaafd kon worden of dat het een (min of meer) logische redenering van hemzelf was.
  Het bleek het laatste te zijn!

  Dat komt op deze site niet voor. Althans, als ik zoiets 'pleeg' dan staat het erbij, mét doorgaans het dringende advies het niet
  als
  waarheid te 'citeren'. Voor de geschiedschrijving is zoiets uiterst belemmerend, het kan dus wéér een fout aan de collectie
  voortdurend
  'geciteerde' (on)waarheden toevoegen en het ontneemt bovendien toekomstige historici de motivatie er onderzoek
  naar te doen.

  Een serieus historicus zou zoiets niet mogen/willen doen!
Etc.

Ook een mooie is het c/n van de Tiger Moth PH-UAO!
Tijdens de productie kende Morris geen constructienummers toe, voor de identificatie waren de RAF-serials voldoende.
Na de oorlog echter, toen veel Tiger Moths geciviliseerd werden, eiste de CAA dat ze een constructienummer hadden.
Dus iemand die kon tellen (nou ja...) ging er eens goed voor zitten en paste al rekenend en tellend de Morris productie
tussen de productieblokken van het moederbedrijf.
De vraag is dan natuurlijk wèl of deze berekende constructienummers wel als échte constructienummers beschouwd
kunnen worden!
Maar goed, de EM729, kreeg aldus het berekende nummer 85960. Daar valt mee te leven.
Helaas, op met moment suprême maakte die iemand een (tel-?)foutje en zo kwam in de civiele documenten 85959 te staan.
Er bestaan bij dit toestel geen documenten, Engels, Nederlands of Amerikaans met het correcte (nou ja ...) constructienummer.

En dan nu die 11906 van de PH-NCH, want dáár wilde ik het eigenlijk over hebben.
Eerst maar eens Bewijs van Inschrijving No. 579 waarop c/n 11906 staat.
Dat nummer kon onmogelijk correct zijn want de levensloop van c/n 11906 stond zonder enige twijfel vast als:
44-79610, OO-DEL, OO-SPA, OO-SPB, F-BBFC, N10036
En als 11906 feitelijk het framenummer was, betekende dit dat het c/n 12079 moest zijn en die ging naar Italië als I-AGAA.
   
         

Nu had ik in de jaren zeventig, in het dossier van de PH-NCH, al eens een Aanvraag van Wijziging gevonden waarop  Eelco
Schuller als "Serie No." had ingevuld 12016.
 
         
 
Aannemende dat dit feitelijk het framenummer was kwam ik destijds tot de conclusie dat het c/n dan 12188 moest zijn.
In de batch waarin dit toestel viel was het verschil tussen frame- en constructienummer namelijk constant 172.
Maar op basis van een, min of meer, logisch rekenpartijtje is het natuurlijk niet verantwoord dergelijke conclusies te trekken!
Daar gaat dit artikel nu juist over!
Maar waar kwam die mysterieuze 11906 dan wél vandaan?

Eerst maar eens het document dat ik een jaar of drie geleden vond. Daarin wordt op blz.1 precies uitgelegd hoe de autoriteiten
tot de conclusie kwamen dat het constructienummer 11906 moest zijn.
   
 
Dit document trof ik aan in de administratie van de PH-NBP, dat is het eerstgenoemde toestel met
c/n 12047 en 'Army nummer' 44-79751.
Van het tweede toestel, de latere PH-NCH was het constructienummer niet vindbaar maar het Army nummer was wél bekend,
dat was 44-79892. En dat nummer is correct, het wordt bevestigd door de bijbehorende administratie, verkoop nota etc.
Omdat de Army nummers 141 van elkaar verschilden, werd dat verschil ook aannemelijk geacht voor de constructienummers.
Dat is op zich een logische redenering, hoewel dat ook vreselijk fout kan gaan!
Zie bijvoorbeeld pagina 113 betreffende  de Super Cubs in het boekje Dutch Military Aviation 1945 - 1978.
Maar goed, het verschil moest dus 141 zijn; even rekenen et voilà 12047 minus 141 leverde ons probleemnummer 11906!
 
Maar helaas, er werd een kardinale denkfout gemaakt!
Dat het verschil 141 moest zijn was inderdaad correct, maar er moest geen 141 van afgetrokken worden, maar het
moest er bij geteld worden.
D.w.z. 12047 plús 141 levert precies 12188. En dat is het nummer dat ik jaren geleden al eens had berekend...
 

Dit is een uitgebreide versie van een artikel dat in 2007 in LUCHTVAARTKENNIS is gepubliceerd.