Herman Dekker: Contact
NEDERLANDSE ONGEVALLEN
EN INCIDENTEN 1931
06.01.1931 PH-AGR Fokker F.VIIb-3m 5187 Boedapest(HA) Terug / Top
Gezagvoerder: W. Beekman. Copiloot: C. Blaak. Boordwerktuigkundige: F.A. Naber.
06.01.1931 PH-AGR Fokker F.VIIb-3m
5187
Keulen(D)
Terug / Top
Op de terugvlucht van Indië-vlucht #23 werd een niet geplande tussenlanding te Keulen
gemaakt. De reden hiervoor is mij niet bekend, mogelijk heeft het te maken met de hiervoor
gemelde noodlanding te Boedapest.
Gezagvoerder: W. Beekman. Copiloot: C. Blaak. Boordwerktuigkundige: F.A. Naber.
Bericht in Het Vaderland 6.1.1931. (KB)
27.01.1931 PH-AEF Fokker F.VIII 5043
#
Terug / Top
Na de start stopte de motor #1. Bij het onderzoek bleek dat de brandstof vervuild was met
water.
30.01.1931 PH-AFO Fokker F.VIIb-3m 5136 Amman(YR) Terug / Top
Wegens slecht weer werd een voorzorgslanding bij Amman Gemaakt.
Bestuurder: Q. Tepas. Copiloot: J. van Onlangs. Boordwerktuigkundige: C. Buitenhuis.
De Banier, 31.1.1931, via K. Kalkman.
31.01.1931 PH-AGR Fokker F.VIIb-3m 5187
Noodlanding wegens
brandstofgebrek.
Gezagvoerder:
E. van Dijk. Copiloot: W.C. van Veenendaal. Boordwerktuigkundige: P. Dunk.
12.02.1931 PH-AEZ Fokker F.VIIb-3m 5122 Arnau Terug / Top
Wegens het slechte weer moest op het traject Bagdad-Gaza hier een tussenlanding gemaakt
worden. Na 2,5 uur
openthoud kon de reis voortgezet worden.
Bestuurder: Th. Wiersma. Copiloot: K.D. Parmentier. Boordwerktuigkundige: J.F.W.O. Kotte.
Bericht in Het Vaderland 13.2.1931. (KB)
14.02.1931 PH-AFJ Pander EF 85
30 Hoek
van Holland Terug / Top
![]() |
Het Vaderland berichtte op 15.2 (l) en op 16.2.1931 (o) over deze noodlanding. (KB) ![]() |
14.02.1931 PK-AFC Fokker F.VIIb-3m
5071 Langgam
Terug / Top
Onderweg van Batavia naar Medan moest de bestuurder een noodlanding (de eerste van de
KNILM) maken bij Langgam.
Eén der motoren liep in toeren terug als gevolg van een zware tropische regenbui.
Hij zette het toestel aan de grond
op een strookje grond dat nog geen
Het
onderstel bezweek maar verder viel de schade nogal mee.
Hierdoor miste de post het stoomschip “Sibajak” en werd met de PH-AGR naar Nederland
gevlogen.
Bestuurder: J. Schott. Mecanicien: Veen.
Sumatra Post 17.2.1931 De Tijd 16.2.1931 beide via Karel Kalkman
Uit Het Vaderland van 16.2.1931. (KB) ![]() |
![]() |
17.02.1931 PH-AFK Fokker F.IX 5241 Bangkok(VT) Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring.
17.02.1931
PH-# Fokker
=
Schiphol Terug / Top
19.02.1931 PH-AFO Fokker F.VIIb-3m
5236 Popelin(OK) Terug / Top
Dit was Indiëvlucht 29. Deze
eerste etappe zou naar Boedapest leiden maar na ca.
Na een vliegtijd van ongeveer zes uur stak men door de wolken naar beneden om
grondzicht
te krijgen.
Men meende zo ongeveer boven het dal van March te zijn en er werd besloten koers te
zetten naar Wenen.
Herkenningspunten werden echter niet gevonden, het weer werd steeds slechter en om
grondzicht te houden moest er steeds lager gevlogen worden. Het was -letterlijk- een uitzichtloze
situatie en toen er dan ook een ogenschijnlijk geschikt veld voor een
landing werd waargenomen, was de beslissing snel genomen.
Er werd tegen de
glooiing op geland, de snelheid was gering.
Helaas,
de sneeuwlaag was aanzienlijker dikker dan het leek, 60 à
Na een korte
uitloop van ca.
groot dat het toestel met lage snelheid over de kop sloeg. Ernstige schade aan motor en
motorbok #2, linker vleugelbeslag
zwaar doorgezet, richtingsroer beschadigd.
De kosten bedroegen bijna ƒ 15000,-. Het toestel werd in Tsjecho-Slowakije bij de Avia-fabriek
gerepareerd, daartoe werd P. Pool van de TD daar een maand gestationeerd.
Later werd het door Smirnoff teruggevlogen.
Tijdens deze reparatieperiode ontstonden er nog enige moeilijkheden met de douane, die
eiste namelijk een som geld als pro-forma invoerrechten dan wel een garantie van het Nederlandse
gezantschap dat het toestel het land weer zou verlaten.
Bestuurder: G.M.H. Frijns. Tweede piloot: P. Both. Boordwerktuigkundige C.A. Bruynesteyn.
(Coll. Miroslav Brychta)
Een viertal foto's van de PH-AFO, op de rug liggend, en van het (moeizame) transport over de sneeuwvlakte en
door de nauwe straten van Popelin. (De eerste foto met dank aan Ed Nolte, de andere drie coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Het door inspecteur Van der Heyden opgestelde RSL-rapport. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
20.02.1931 G-AATH Junkers A.50 Junior 3512
Numansdorp Terug / Top
Wegens dichte mist landde de bestuurder op een stuk bouwland bij Numansdorp.
De dag daarna weer opgestegen en doorgevlogen naar Schiphol. Het toestel was vermoedelijk
op afleveringsvlucht naar Duitsland.
Bestuurder: A. Styran.
![]() |
Bericht in Het Vaderland 21.3.1931. (KB)
![]() |
21.02.1931 PH-AEZ Fokker F.VIIb-3m
5122
Waalhaven Terug / Top
De PH-AEZ zou de dienst van de gecrashte PH-AFO overnemen, maar bij de start bleek dat
een der motoren defect
was. De motor van de PH-AES werd
overgebouwd.
De bemanning van de PH-AFO vloog er daarna mee naar Indië en terug. De bemanning van de
PH-AEZ vloog de
gerepareerde PH-AFO naar Nederland terug.
Gezagvoerder: I.W. Smirnoff. Tweede bestuurder: E.E. Hulsebos.
Boordwerktuigkundige: J.F.O.W. Kotte.
07.03.1931 D-1338 Rohrbach Ro VIIIa Roland 40
Tubbergen Terug / Top
Om 15.50 uur vertrok het toestel van Schiphol voor een vlucht naar Hannover.
Ter hoogte van Almelo roken de gezagvoerder en de boordwerktuigkundige een brandlucht.
Inmiddels had de telegrafist de verwarming in de passagiersruimte afgezet omdat hij “de
lucht niet frisch vond”.
Toen de lucht sterker werd, besloot de gezagvoerder
tot een landing.
Hij zette het toestel onder
Tubbergen aan de grond waarna iedereen het toestel verliet.
Ter hoogte van het voorste venster links, zagen ze witte rook opstijgen en onmiddellijk
daarna sloegen de vlammen uit de bestuurderszitplaats. Het vliegtuig brandde geheel uit
vanaf het voorste motorschot tot en met het
achter bagageruim.
Een duidelijke oorzaak kon niet worden vastgesteld, mogelijk was dat de verwarmingsbuis
door de cabine de oorzaak was, maar ook kortsluiting “in het electrische leidingnet of
de kabels
van de installatie der draadlooze telegrafie” kon niet uitgesloten worden.
Gezagvoerder: A. Kunstle.
Boordwerktuigkundige: F. Zimmerman.
Telegrafist: Seiffert.
De Tijd 9.3.1931 Algemeen Handelsblad 10.3.1931 beide via K. Kalkman.
Het door Inspecteur Luchtvaart van Dept. van Waterstaat J. van der Heyden gemaakte verslag. (Coll. H. Dekker)
07.03.1931 OO-APC RSV 18/105 = Schiphol Terug / Top
Om een demonstratiedag van de NLS mee te maken arriveerden diverse buitenlandse toestellen.
Dit lichte toestelletje werd na de landing, terwijl het naar het platform taxiede, even
door de straffe wind opgelicht en kwam daarna zo ongelukkig terecht dat de schroef
en de onderstel-as gebroken werden.
Uit het verslag van de demonstratiedag van de
NLS in Het Vaderland 8.3.1931.
08.03.1931 PH-AFK Fokker F.IX
5241 Akyab(XY) Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring.
13.03.1931 PH-AFK Fokker F.IX
5241
Caïro(SU) Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring.
14.03.1931 # R.R.G. Zögling “Glibber”
#
Semarang(PK) Terug / Top
Dit in Duitsland bestelde vliegtuig kwam in februari te Semarang aan. De aanvankelijk
gebruikte startkabel bleek niet sterk genoeg en op 14 maart werden op vliegveld Simongan
voor het eerst, met een nieuwe kabel, behoorlijke vluchten gemaakt.
Toen volgde ook de eerste kraak.
De Locomotief 17.3.1931 Via Niek Wiegersma
![]() |
![]() |
Harm Hazewinkel kon wat meer over de "Glibber" vertellen.
18.03.1931 PH-AEF Fokker F.VIII
5043
#
Terug / Top
Oliekoeler van motor #2 was lek. Hij was verkeerd gemonteerd, achter de motor i.p.v.
ervoor. Bij koude olie levert dat te veel druk in de koeler.
Uit het overzicht dat ik bij 27/2 noemde.(Coll. H. Dekker)
18.03.1931 PH-AFK Fokker F.IX
5241
Athene(SX) Terug / Top
IJsafzetting bij Athene.
20.03.1931 F-32 Fokker D.XVI 5240
Schiphol Terug / Top
De bestuurder arriveerde met de S-16 van De Kooy om kennis te maken met dit Fokker-type.
Gedurende de eerste
vlucht steeg hij naar ca.
bracht het toestel in een vrille van twee à drie slagen.
De correctie was normaal en het
optredende hoogteverlies van 200 à
Daarna landde hij en startte
direct daarna weer.
Bij de tweede vlucht zette hij vanaf
slagen volgden twee andere die iets vlakker waren.
Op ca.
normale slagen en sloeg toen tegen de grond.
De bestuurder werd gedood, het
vliegtuig geheel vernield.
Als oorzaak werd verklaard dat voor het herstel van de vrille de hoogte waarop deze werd ingezet,
niet voldoende was.
Bestuurder: D.F. Wulfers(†).
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
N.B. Over het c/n van dit toestel heerst enige verwarring. De hierboven genoemde 5240 komt uit de Fokker
administratie en kan als correct beschouwd worden. In het ongevallenrapport van de Inspecteur Luchtvaart van
Dep. van Waterstaat J. van der Heyden en ook in dat van RSL-ingenieur H.J. van der Maas wordt door beiden het
nummer 5214 genoemd.
Dát was echter een naar Japan verkochte F.VII. Zie ook het commentaar bij PH-AGS in het Tweede Register.
Een RSL-rapport betreffende dit ongeval. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
En het rapport dat door de Fokkerfabriek werd opgesteld. (Coll. F. Gerdessen)
![]() |
![]() |
23.03.1931 PH-ADR Fokker F.VIIa
4990
Noodlanding wegens motorstoring.
23.03.1931 PH-AFJ Pander EF 85
30 Waalhaven Terug / Top
De bestuurder nam het toestel van een andere leerling over en steeg op zijn beurt op om
landingsoefeningen te
gaan doen.
Hij voerde twee landingen goed uit en steeg daarna voor de derde maal op.
Hij beschreef daarbij op 80 àIn deze bocht moet het toerental verminderd zijn. Het vliegtuig bevond zich na het
beëindigen van de bocht in de windrichting en in verband met de voorgenomen landing zeer
hoog. Plotseling echter draaide het vliegtuig tenminste 60° uit de koers naar rechts,
slipte daarna naar links en raakte onmiddellijk in een zeer steile linker vrille, waarvan
ongeveer één slag werd afgemaakt.
Daarna hield de draaiende beweging op, doch de stand van het toestel bleef nagenoeg verticaal.
Vlak voor de spoorbaan, op geringe hoogte (tussen 8 en
gelukt zijn, het vliegtuig weer horizontaal en zelfs met de neus iets
omhoog te brengen. De motor zou op dat ogenblik, volgens getuigenverklaringen, minder
toeren dan bij normaal vliegen gemaakt hebben. Boven de spoordijk gekomen, op een hoogte
van "acht meter boven de grond en vier meter boven de telegraafdraden langs de tramlijn",
sloeg het toestel met de neus naar beneden en tegen de
spoordijk.
De bestuurder moet bijna onmiddellijk zijn overleden ten gevolge van een schedelfractuur.
Het vliegtuig werd vernield.
Bestuurder: N. Brugma(†).
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
NB. De onderzoeksverslagen in het archief van de Raad voor de Luchtvaart zijn geheim. Maar aangezien het archief
van de Commissie Verhoging Veiligheid Luchtverkeer integraal naar het Nationaal Archief is gebracht en het
verslag van dit ongeval daarin aanwezig was, kan dit
daar
wél geraadpleegd worden.
Het toegangsnummer is 2.16.57.26 en ook 2.16.57.28.
Aanvulling 2023: Inmiddels is de regeling t.a.v. de geheimhouding van het door mij bewerkte archief van de Raad
voor de Luchtvaart in zoverre veranderd, dat de termijn van 75 jaar (dus pas in 2073!) die eerst voor het gehele
archief gold, gewijzigd is in 75 jaar na afsluiting van het onderzoek c.q. de publicatie van het Eindverslag.
24.03.1931 PH-ACT Fokker F.VIIa
4901 Nieuwveen Terug / Top
Het weer was slecht en verslechterde nog steeds terwijl de motor niet goed liep.
De bestuurder besloot het toestel
aan de grond te zetten. Geen schade, geen letsel.
Bestuurder:
W. van Veenendaal.
27.03.1931 PH-AEF Fokker F.VIII
5043 Schiphol Terug / Top
De dag ervoor was het toestel zonder problemen uit Londen teruggekomen, 's morgens bij
het tornen van de schroef bleek de nokkenschijf van motor #2 geheel vastgelopen.
28.03.1931 PH-# Pander = Leiden Terug / Top
Noodlanding "op't weiland van den heer A. van Egmond".
Leidsche Courant 30.3.1931, via K. Kalkman.
00.03.1931 PH-AEJ Pander EC 24 = Terug / Top
De Jupiter motoren gaven op de terugreis (20/2 - 20/3) naar Nederland voortdurend problemen.
Gnome Rhône en Shell stelden een onderzoek in. Van motor 1033 bleek de krukas gescheurd.
02.04.1931 PH-AFI Carley Jumbo
1
Sidcup(G)
Terug / Top
Drie kwartier na vertrek uit Londen voor de retourvlucht naar Amsterdam moest het
toestel wegens dichte mist aan de grond gezet worden.
Nog dezelfde dag klaarde het
weer zodanig op dat alsnog doorgevlogen kon worden.
Na aankomst verdween het toestel trouwens direct de werkplaats in om aan de oplossing
van het koelingsprobleem te werken, een voortdurend probleem bij deze machine getuige
de verschillende motorbeplatingen.
Bestuurder: E. van Dijk.
Bericht in Het Vaderland 3.4.1931. (KB)
06.04.1931
# Fokker I
= Zuiderzee Terug / Top
De gebroeders Fokker hadden hun toestel weer klaar (zie eind 1930 en "Kandidaten") en er zou
weer gevlogen worden. De bedoeling was een start vanaf de Eukenberg met daarna een vlucht
over de Zuiderzee gevolgd door een landing op het strand.
De geplande vlucht werd te kort en het toestel kwam in het ondiepe water terecht.
De enige schade was een bloedneus.
07.04.1931 OK-# Fokker F.VII
=
Ter
Aar Terug / Top
Het CLS-toestel was onderweg van Amsterdam naar Praag en moest wegens een motorstoring
een noodlanding maken.
Het gebeurde in de eerste week van deze dienst.
Bericht in Het Vaderland 8.4.1931. (KB)
15.04.1931 PH-ACT Fokker F.VIIa
4901
Rotterdam Terug / Top
Noodlanding wegens een probleem
met de brandstoftoevoer.
15.04.1931 PH-ADX Fokker F.VIIa
1 Parijs(F) Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring
16.04.1931 PH-AEF Fokker F.VIII
5043
#
Terug / Top
Bij de start vloog motor #1 in brand, althans de carburateur.
Uit het overzicht dat ik bij 27/2 noemde. (Coll. H. Dekker)
17.04.1931 PH-AEZ Fokker F.VIIb-3m 5122 Belgrado(YU) Terug / Top
De start moest wegens een defecte oliepomp uitgesteld worden. Pas de volgende dag kon
de uitreis (#33)
naar Nederlands-Indië worden voortgezet.
Gezagvoerder: P. Soer. Copiloot: J.H.F. Kress. Boordwerktuigkundige: F. Naber.
Bericht in Het Vaderland 16.4.1931. (KB)
De telling die Het Vaderland hanteert is mij niet erg duidelijk. Bij "het negende retourvliegtuig" op 12/2 is
er discussie mogelijk, immers de H-NACC werd in 1924 per schip teruggebracht en de H-NAFA, B, C en D (vertrek
op resp. 13/9, 20/9, 27/9 en 4/10 in 1928) kwamen helemaal niet terug. Feitelijk was dat toen de 5e terugvlucht!
En dit was toch echt de 26ste terugvlucht...
19.04.1931 G-EBMW de Havilland D.H.66 Hercules 236 Koepang(PK) Terug / Top
Als verlengstuk van de bestaande postlijn naar India werd een proefvlucht naar
Australië uitgevoerd. Wegens brandstofgebrek werd Koepang net niet gehaald en moest
er een
noodlanding gemaakt worden ca.
Het gekozen terrein was echter bezaaid met rotsblokken en het vliegtuig werd bij de landing
geheel vernield
Bestuurders:
H.W.C. Alger en R.P. Mollard.
NB. De post werd trouwens opgehaald en naar Port Darwin gebracht door Charles Kingsford Smith en G.U. Allen
met de Southern Cross.
Krantenknipsel waarvan de herkomst mij niet bekend is. Soerabaijasch Handelsblad 20.4.1931 via K. Kalkman
21.04.1931 PH-AFZ Pander EF 85 31 Hazerswoude Terug / Top
Op de terugweg van Schiphol naar Waalhaven moest de chef-instructeur van de NLS wegens
motorstoring een noodlanding maken.
Bestuurder: H.M. Schmidt Crans.
De Tijd 23.4.1931, via K. Kalkman.
25.04.1931 OK-ABP Fokker (Avia) F.VIIb-3m 9 Mill Terug / Top
Noodlanding wegens een defect aan een cilinder.
Tilburgsche Courant, 27.4.1931, via K. Kalkman.
01.05.1931 PH-AEI Fokker F.VIII
5046 Schiphol Terug / Top
Tijdens de start scheurde een cilinder tussen de koelribben. Er moest een noodlanding
gemaakt worden.
02.05.1931 PH-AEF Fokker F.VIII
5043
#
Terug / Top
Weer een carburateurbrand van motor #1 bij het aanslaan van de motor.
Uit het overzicht dat ik bij 27/2 noemde. (Coll. H. Dekker)
03.05.1931 PH-AEX Pander EC 26 Schiphol Terug / Top
De bestuurder was bezig noodlandingen te oefenen en zag aankomen dat hij te kort zou
komen en gaf dus
weer gas.
Helaas, de motor pakte niet omdat hij ook de contacten had uitgezet, het werd dus een
echte noodlanding net buiten het veld. Hierbij sloeg het toestel over de kop.
Hoewel de schade meeviel duurde de reparatie twee maanden, de eerstvolgende vlucht
was op 3 juli.
Bestuurder: A.H. Lubberman.
07.05.1931 PH-ACT Fokker F.VIIa
4901 Parijs(F) Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring.
09.05.1931 PH-AFZ Pander EF 85 31 Lexmond Terug / Top
Toen ging dat nog eenvoudig! De bestuurder moest wegens brandstofgebrek landen.
Bestuurder: H.M. Schmidt Crans.
Zó stond het voorval in "De Leerdammer"
van 13.5.1931.
Met dank aan Walter van Zijderveld.
10.05.1931 PH-ACT Fokker F.VIIa
4901 # Terug / Top
Direct na de start liet het toerental sterk terug en moest een noodlanding worden gemaakt.
Aangezien dit al de vierde keer (24/3, 15/4 en 7/5) in korte tijd was werd een uitgebreid
onderzoek ingesteld. Dat echter weinig opleverde.
Aangezien vastgesteld kon worden dat de bougies erg heet geweest waren werd besloten om
standaard een ander type te installeren.
13.05.1931 PH-AEF Fokker F.VIII
5043
#
Terug / Top
Na een plané van
Uit het overzicht dat ik bij 27/2 noemde. (Coll. H. Dekker)
15.05.1931 PK-SAE de Havilland D.H.60M Moth 1559 Andir Terug / Top
Beschadigd bij Oefenlanding.
De Sumatra Post 15.5.1931 via K. Kalkman
16.05.1931 PH-AEZ Fokker F.VIIb-3m
5122
Tavoy(XY) Terug / Top
Het toestel maakte een neusstandje. De schroef van motor #2 was licht verbogen maar
de bemanning slaagde erin deze schroef weer recht te buigen.
Hierna kon de reis worden voortgezet.
Bestuurder:
P. Soer.
17.05.1931 H-# # = Aken(D) Terug / Top
Tijdens de succesvolle deelname aan de Internationale Vliegsportdagen op 16 en 17 mei,
kwam het taxiënde
toestel in botsing met een ander toestel. Schade aan de staart.
Bestuurder:
W. van Graft.
22.05.1931 PH-# Fokker F.VII
= Alphen(Gld.) Terug / Top
Het toestel was onderweg van Amsterdam naar Praag en moest wegens een motorstoring
een noodlanding maken.
Bericht in Het Vaderland 23.5.1931. (KB)
24.05.1931 PH-AFN Pander EG 1
35
Rottum
Terug / Top
De bestuurder nam deel aan de vliegfeesten te Eelde en terwijl hij in de buurt vloog
hield de motor er mee op. De enige mogelijkheid om te landen was het eiland Rottum.
Bij de landing
ging het toestel echter op de neus staan en de propeller brak af.
Met een ander vliegtuig werd hij opgehaald terwijl hij de dag erna met Van Graft en z'n
Pander naar Rottum terugkeerde, daar een nieuwe schroef monteerde en weer opsteeg om naar
Eelde te vliegen.
Bestuurder: J.E. van Tijen.
Bericht in Het Vaderland 26.5.1931. (KB)
26.05.1931 VH-UQA de Havilland D.H.60M Moth 1566 Laboean Hadji(PK) Terug / Top
Tijdens zijn 8-daagse recordvlucht Australië - Engeland maakte Scott een noodlanding te
Laboean Hadji. Met een paar touwtjes voerde hij een tijdelijke reparatie uit!
Bestuurder: C.W.A. Scott.
De Indische Courant 27.5.1931, via K. Kalkman.
27.05.1931 G-EBRM Westland Widgeon III WA.1680 Tarsus(TC) Terug / Top
In september meldde de Sumatra Post dat de heer Leclair te Tarsus tot een jaarDe naam van het omgekomen kind weet ik niet.
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
Het vertrek van de heer Leclair. (Het Vaderland 16.5.1931)
![]() |
De berichtgeving in Het Vaderland van resp. 29.5.1931 en 29.8.1931. KB ![]() |
00.05.1931 OK-# # = Lithoyen Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring. Personeel van de TD op Waalhaven kwam voor de reparatie.
Trouwens, het RSL-maandverslag spreekt van noodlandingen van twee Tsjechische toestellen.
07.06.1931 PH-AEO Fokker F.VIIb-3m
5096 Sandoway(XY) Terug / Top
Het toestel was verhuurd aan Air Orient en zou kort daarna door deze
maatschappij
overgenomen worden.
Er was al een Frans kenmerk voor
gereserveerd: F-ALSG.
Het was met een Franse bemanning onderweg van Rangoon naar Akyab
toen het ter hoogte
van de Kyeintali-rivier (ca. 150 mijl Z van Akyab)
in
een tornado en hevige regenval
terechtkwam.
Ooggetuigen zagen het
toestel op lage hoogte een scherpe bocht maken toen het de monding
van
de Kyeintali passeerde.
Hierbij raakte het met de rechtervleugel een
bomenrij die daar langs de oever stond,
hierna stortte het toestel in
de rivier.
Alle vier bemanningsleden
kwamen om het leven.
Naar de reden van de manoeuvre werden door de onderzoekscommissie wel
gespeculeerd,
en dat varieerde van motorstoring tot noodlanding
i.v.m. de weersomstandigheden maar
iets definitiefs werd niet gevonden.
Aangezien het eigenlijk al zo'n beetje een Frans toestel was, het
ongeval in Birma
gebeurde en de bemanning ook Frans was, werd er vanuit
Nederland nauwelijks aandacht
aan geschonken.
Gezagvoerder: C. Beauregard(†).
Copiloot: A. Bourgeois(†).
Bwk: P. Patard(†).
Marconist: O. le Roux(†).
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
09.06.1931 PH-AEV Pander EC
25 Eelde
Terug / Top
In verband met de windrichting startte de bestuurder vanaf de hangar in ZW richting,
diagonaal over het veld. Hij maakte even voorbij de rand van het terrein een zeer wijde
halve linkerbocht, gevolgd door twee, waarschijnlijk tegengesteld gerichte bochten die
zeer scherp waren.
In de laatste bocht werd de motor afgezet en voerde het vliegtuig één of twee
vrille-slagen uit vanaf een
hoogte van ca
Op ongeveer
De vliegbaan was echter omlaag gericht terwijl het vliegtuig volgens ooggetuigen, vrij
sterk naar rechts
overhing.
Er werd vol gas gegeven, doch dit verhinderde niet dat het toestel in de beschreven stand
tegen de grond sloeg.
De bestuurder werd ernstig gewond naar een Gronings ziekenhuis gebracht, waar hij
spoedig na aankomst overleed.
Bestuurder: H. Hindriks(†).
NB. De onderzoeksverslagen in het archief van de Raad voor de Luchtvaart zijn geheim. Maar aangezien het archief
van de Commissie Verhoging Veiligheid Luchtverkeer integraal naar het Nationaal Archief is gebracht en het
verslag van dit ongeval daarin aanwezig was, kan dit
daar
wél geraadpleegd worden.
Het toegangsnummer is 2.16.57.26 en ook 2.16.57.28.
Aanvulling 2023: Inmiddels is de regeling t.a.v. de geheimhouding van het door mij bewerkte archief van de Raad
voor de Luchtvaart in zoverre veranderd, dat de termijn van 75 jaar (dus pas in 2073!) die eerst voor het gehele
archief gold, gewijzigd is in 75 jaar na afsluiting van het onderzoek c.q. de publicatie van het Eindverslag.
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
Bericht in Het Vaderland 10.6.1931. (KB)
![]() |
![]() |
Omdat dit ongeval vrijwel hetzelfde was als dat van de PH-AFJ op 23 maart, werden de
vliegeigenschappen van het type nog eens onder de loep genomen.
Ingenieur-vlieger Dr. Van der Maas van de RSL bracht daarover verslag uit.
“Uit een nauwgezette bestudering van de bewegingen welke de bestuurders in beide gevallen moeten
hebben gemaakt en het met een vliegtuig van hetzelfde type in de werkelijkheid nabootsen van die
bewegingen is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk af te leiden
dat de vliegtuigen op overeenkomstige wijze in een vrille zijn geraakt, n.l. door het bij
een sterk slippende beweging waarschijnlijk met geheel opgetrokken hoogteroer plotseling afzetten
van de motor en zulks wel ten gevolge van de volgende eigenschap van het Pandervliegtuig:
Wanneer men met werkende motor in een bocht, die onzuiver is omdat te veel naar buiten wordt geslipt,
dus teveel voetenstuur naar binnen wordt gegeven, de motor plotseling afzet en het hoogteroer
nagenoeg geheel trekt, gaat het vliegtuig in de vrille. Ook wanneer een bocht zuiver wordt gevlogen
en de motor plotseling wordt afgezet, teveel voetenstuur naar binnen wordt gegeven -hetgeen een niet
vreemde manoeuvre is- en
met teveel getrokken stand van het hoogteroer wordt gevlogen, gebeurt hetzelfde.”
Het vermoeden dat het Pander vliegtuig een bijzondere, tot na het tweede ongeval,
onbekende eigenschap bezat, werd dus bevestigd.
Er
werden daarna enige 'kool én geit'-sparende opmerkingen gemaakt en maatregelen
genomen:
“In verband hiermee kan in het algemeen voor lesvliegtuigen op den duur geen genoegen genomen worden
met vliegtuigen die deze eigenschap bezitten, doch kan voorlopig onder de tegenwoordige omstandigheden
geen gevaar worden gezien in het gebruik van deze vliegtuigen voor opleiding, mits zeer streng de hand
wordt gehouden aan de maatregel die,
naar de Commissie heeft vernomen, door de NLS na het tweede ongeval is
getroffen.”
Die maatregel betrof een ernstige waarschuwing aan leerlingen, oud-leerlingen en Pander-bezitters
betreffende deze vliegeigenschap.
Ook vroeg de Commissie zich af of deze eigenschap al eerder bij beproevingen voor de typekeuring
had moeten worden ontdekt:
“Wellicht zou zij na een “beproeving” van een jaar nog niet aan het licht zijn getreden.
Het systeem dat in Engeland wordt toegepast, n.l. het geheel “uitproberen” van een prototype,
voordat het als serievliegtuig in gebruik genomen mag worden, houdt naar haar mening de ontwikkeling
tegen en moet daarom worden afgekeurd.”
“Wel is het h.i. nodig dat de proeven met een
prototype nog verder worden doorgevoerd..”
“...acht de Commissie het tegenover de industrie niet onbillijk, eraan mede te werken dat de
NLS voor de eerste
opleiding vliegtuigen gebruikt, welke de eigenschap niet hebben”.
NB. De onderzoeksverslagen in het archief van de Raad voor de Luchtvaart zijn geheim. Maar aangezien het archief
van de Commissie Verhoging Veiligheid Luchtverkeer integraal naar het Nationaal Archief is gebracht en het
"Eindverslag ongeval PH-AEV op 9.6.1931" daarin aanwezig was, kan dit
daar
geraadpleegd worden.
Het toegangsnummer is 2.16.57.27 en ook 2.16.57.28.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
10.06.1931 PH-AEB Fokker F.VIIa
3
Landingslicht geraakt tijdens het taxiën.
Het jaarverslag van KLM-TD meldt een schade van Dfl. 150,-.
14.06.1931 PH-AFO Fokker F.VIIb-3m 5236 India(VT) Terug / Top
Noodlanding wegens problemen met
de brandstoftoevoer.
15.06.1931 PH-AFR Fokker F.VIIb-3m
5262
Tijdens de vlucht van Jodhpur naar Allahabad viel er een klep in de cilinder en het laatste
deel van het traject werd er op twee motoren gevlogen.
Bestuurder:
E. van Dijk. Tweede piloot: S.J. de Nes. Boordwerktuigkundige: P. Dunk.
15.06.1931 # ballon
= Veendam
Terug / Top
Op het land van landbouwer J. Sluiter te Zuidwending (gem. Veendam) is een groot stuk
zeildoek van een luchtballon gevonden met daaraan touwen en het anker. De mand ontbrak.
Bericht in Het Vaderland 16.6.1931. (KB)
16.06.1931 PH-ADW Pander EC
23
#
Terug / Top
Bij de landing door het onderstel gezakt.
16.06.1931 PH-AFR Fokker F.VIIb-3m
5262
Bestuurder: E. van Dijk. Tweede piloot: S.J. de Nes. Boordwerktuigkundige: P. Dunk.
17.06.1931 PH-AFR Fokker F.VIIb-3m
5262
Onderweg van Calcutta naar Akyab kwam het toestel in zo'n zware moesson terecht dat
het
niet in de lucht gehouden.
Alle niet-essentiële zaken werden overboord gegooid om te verhinderen dat het toestel
in zee terecht kwam.
Bestuurder: E. van Dijk. Tweede piloot: S.J. de Nes. Boordwerktuigkundige: P. Dunk.
Verslag van dit incident, beschikbaar gesteld door Ronald Dijkstra
![]() |
![]() |
De bestuurder was onderweg van Bremen naar thuisbasis Antwerpen toen er in de buurt
van Diepenveen een noodlanding wegens motorstoring gemaakt moest worden.
Bestuurder: L. Herden.
Eigen Erf 26.6.1931 via Karel Kalkman
NB. Oók in officiële stukken wordt als foutief kenmerk OO-ALI genoemd!
22.06.1931 PH-AFR Fokker F.VIIb-3m 5262 Akyab(XY) Terug / Top
Motor #1 liep door een breuk van brugstuk van cilinder op 4 cilinders.Bestuurder: E. van Dijk. Copiloot: De Nes. Boordwerktuigkundige: P. Dunk.
00.06.1931 PH-ACT Fokker F.VIIa 4901 Waalhaven Terug / Top
PH-ADX Fokker F.VIIa 1
PH-ADZ Fokker F.VIIa 2
Bij inspectie kwam aan het licht dat het triplex van de voorlangsliggers in het gedeelte
tussen romp en onderstel-bevestigingspunten ernstig vervormd was. De toestellen werden uit
de vaart genomen en Fokker stelde een reparatieplan op.
00.06.1931 PH-AGQ Koolhoven F.K.41 4105 = Terug / Top
01.07.1931 PH-ACJ Fokker F.VII
4839
Rotterdam Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring. Een cilindertapeind was afgebroken en dientengevolge
was ook een drijfstang van Jupiter motor 1034 bezweken.
08.07.1931 PH-# # = Rotterdam Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring.
NB. De identiteit is niet bekend, mijn bron geeft “CA” en dat levert niet meer
informatie op.
16.07.1931 PH-AFR Fokker F.VIIb-3m 5262 Lingeh(EP) Terug / Top
Onderweg van djask naar Bushire moest een noodlanding wegens motorstoring worden gemaakt.Bestuurder: E. van Dijk. Copiloot: De Nes. Boordwerktuigkundige: P. Dunk.
23.07.1931 PH-ADW Pander EC
23 Alphen
aan den Rijn Terug / Top
De bestuurder was onderweg van Waalhaven naar Schiphol toen hij ter hoogte van Alphen
aan den Rijn problemen met de motor kreeg.
Hij maakte een noodlanding en daar bleken zowel een cilinder als een zuigerstang defect
te zijn als gevolg van een gebroken klep.
Er moest een nieuwe motor
(#10297) ingebouwd worden.
Bestuurder: W. van Graft.
Bericht in Het Vaderland 24.7.1931. (KB)
25.07.1931 PH-#
#
= Twente Terug / Top
Het KLM-toestel dat op weg was naar Duitsland is, terwijl het net over de grens was,
teruggekeerd wegens het slechte zicht en maakte een tussenlanding op Twente.
De passagiers zijn toen op de trein naar Hamburg gestapt.
Gezagvoerder: W.C. van Veenendaal.
Bericht in Het Vaderland 26.7.1931. (KB)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Het Eindverslag dat door de Commissie o.l.v. de directeur van Bureau Luchtvaart E. Th. de Veer werd uitgebracht.
(Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
08.08.1931 D-1813 Klemm L 25a
213
Het toestel zou van Stuttgart naar Eelde gevlogen worden, onderweg moest echter een
noodlanding te Metz
worden gemaakt.
Daar werd de bestuurder, om (voor mij) onduidelijke redenen in een hotel vastgezet en
streng bewaakt.
De pers meldt “wegens landen op Frans grondgebied”. Op 11 augustus werd hij weer
vrijgelaten.
Bestuurder:
H. Stoll.
![]() |
De berichten in Het Vaderland resp. 8.8.1931 en 12.8.1931. (KB)![]() |
12.08.1931 PH-AFO Fokker F.VIIb-3m
5236
Jodhpur(VT) Terug / Top
De terugreis van Indiëvlucht #39 verliep met hindernissen.
Driemaal moest een noodlanding gemaakt worden omdat er olietank scheurde dan wel lek
raakte. Na Jodhpur gebeurde het ook nog een keer te Caïro (15/8) en
Boedapest (17/8).
Gezagvoerder:
G.M.H. Frijns. Copiloot: A. Viruly. Boordwerktuigkundige: Chr. Biesheuvel.
17.08.1931 PH-ADW Pander EC
23 Namen(OO) Terug / Top
Vanwege verontreinigde brandstof
moest er een noodlanding gemaakt worden. Geen schade.
Bestuurder:
W. van Graft.
18.08.1931 D-1813 Klemm L 25a
213
Bremen(D) Terug / Top
Onderweg van Keulen naar Eelde
moest er bij Bremen nog een noodlanding gemaakt worden.
Bestuurder: H. Stoll. Passagier en eigenaar: H. Rasker.
Bericht in Het Vaderland 19.8.1931. (KB)
19.08.1931
PH-AFV Fokker F.XII 5284 Londen(G) Terug / Top
Een telegrafist liep tegen een draaiende propeller en werd gedood.
Telegrafist: L. Eymaal.
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
20.08.1931 PH-# #
=
Geeuwenbrug Terug / Top
Dit toestel vloog met de hieronder genoemde D-1813 mee. Boven Dwingelo ontstond een
motorstoring zodat een noodlanding noodzakelijk was.
Het bleek achteraf een gebroken klep te zijn die de dag daarna door een KLM-monteur van
Waalhaven werd gerepareerd.
Bestuurder:
S. de Mul. Passagier: Dekker, de organisator van de Eelder vliegfeesten.
20.08.1931 D-1813 Klemm L 25a
213
Diever
Terug / Top
Het zojuist ingevoerde toestel zou -vanaf Eelde- naar Amsterdam overgevlogen worden
om de douaneformaliteiten te regelen.
Daarna zou het ingeschreven worden in het N.L.R. met kenmerk PH-AIG.
Vergezeld van een NLS toestel werd de
vlucht aangevangen.
Boven Diever werd het weer zó slecht dat besloten werd tot een voorzorgslanding werd besloten,
ook al omdat de motor niet goed op toeren bleef. De landing werd uitgevoerd op
het Oude Dieverveld en het toestel bleef geheel onbeschadigd. Dit veld bleek echter zo
hobbelig dat de bestuurder later een start niet meer aandurfde en na demontage werd het
toestel per vrachtauto naar Amsterdam
vervoerd.
Bestuurder: H. Stoll. Passagier en eigenaar: H. Rasker.
Nieuwsblad van het Noorden 21.8.1931.
Berichten in Het Nieuwsblad van het Noorden resp. 20 en 21.8.1931. (Coll. Doewe J. Pelleboer)
![]() |
![]() |
25.08.1931 PH-AFS Fokker F.VIIb-3m
5263 Jodhpur(VT) Terug / Top
Noodlanding na motorstoring. De landing op het doorweekte terrein eindigde in een
neusstand waarbij de
propeller verbogen werd.
Na het recht slaan van de
propeller werd weer opgestegen.
Gezagvoerder: W.O.A. Beekman. Tweede piloot: C. Blaak. Boordwerktuigkundige: J.H.M Grosfeld.
Marconist: G. van Zadelhoff.
29.08.1931 PH-AGR Fokker F.VIIb-3m
5187 Praag(OK) Terug / Top
Op de terugvlucht van Indië-vlucht 41 werd een niet geplande tussenlanding te Praag
gemaakt. De reden
hiervoor is mij niet bekend.
Gezagvoerder: J.J.E. Duimelaar. Copiloot: G. Bax. Boordwerktuigkundige: J.J. Ruben.
Marconist: H. Dené.
Bericht in Het Vaderland 30.8.1931. (KB)
29.08.1931 PK-AFF Fokker F.VIIb-3m
5188 Tjililitan Terug / Top
Bij een nachtlanding na een proefvlucht botste het toestel tegen een huisje waarin
een aantal Nederlands-Indiërs
aanwezig was.
Hiervan werden er twee gedood. Het toestel werd op Andir hersteld.
De namen van de slachtoffers weet ik niet.
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
![]() |
Bericht in Het Vaderland 30.8.1931. (KB)![]() |
04.09.1931 PH-AFO Fokker F.VIIb-3m
5236 Belgrado(YU) Terug / Top
Tijdens Indië-vlucht #43 verbrandde op de tweede dag, op het traject Athene-Caïro,
de radio-installatie.
Gezagvoerder: P. Soer. Tweede piloot: J.K.F. Kress. Boordwerktuigkundige: L.D. Stolk.
Marconist: J.H. Pestman.
05.09.1931
D-783 Fokker-Grulich
F.IIb
1591 Nigtevecht Terug / Top
Het postvliegtuig op de lijn Berlijn-Hamburg-Amsterdam kreeg een motorstoring.
De bestuurder "slechts met de grootste moeite in een weiland in de gemeente Nigtevecht dalen".
Van Schiphol werd een nieuwe motor aangevoerd en na een dag sleutelen kon 6/9
tegen de avond weer worden opgestegen.
Bestuurder: E. Weingärtner.
08.09.1931 PH-ADR Fokker F.VIIa
4990
Enschede Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring.
Eigen Erf 18.9.1931 via Karel Kalkman
26.09.1931 D-1878 Albatros L 82c 10163 Swalmen Terug / Top
De bestuurder was onderweg naar Rotterdam om daar aan de Vliegdag deel te nemen.
Wegens een storing in de brandstoftoevoer moest hij een noodlanding maken tussen
Maasniel en Swalmen. Hierbij ontstond geen schade zodat hij na reparatie de reis kon
voortzetten.
Bestuurder: Freiherr Alexander von Wintersfeldt.
Bericht in Het Vaderland 27.9.1931. (KB)
27.09.1931 PH-AER Koolhoven F.K.41
4101
Vught Terug / Top
En de Duitser Gunvermann zou een parachutesprong demonstreren. Er werd druk gevlogen
en dan gebeurt er natuurlijk wel eens wat!
De
PH-AER ging in de voormiddag door z'n onderstel.
Bestuurder: A.M. Verstraate.
Zie voor een illustratie het rapport betreffende de PH-AJM hieronder.
27.09.1931 PH-AJM Koolhoven F.K.44
4402
Vught Terug / Top
Het zat deze bestuurder niet mee! Na het kraakje met de PH-AER eerder op de dag kwam
hij na een rondvlucht
in voor de landing met de F.K.44 van de heer Mees.
Tijdens de nadering, waarbij de snelheid vrij laag was, zakte het toestel voor de
bomenrij wat veel door. De bestuurder trok de neus wat op en gaf tegelijkertijd gas.
De motor pakte echter niet en de bestuurder was gedwongen reeds ca 10 à
voordat de grens van het terrein was
bereikt, het vliegtuig aan de grond te zetten.
Bij de eerste aanraking met de grond sloeg het onderstel tegen een scherpe rand van
ca
Het toestel schoof nog op de buik enige meters door en sloeg daarna over de kop.
Het onderstel werd vernield, verder schade aan vleugelneus, rompvoorstuk en de schroef.
De bestuurder en zijn passagiere hingen in de
riemen en bleven ongedeerd.
Bestuurder: A.M. Verstraate.
(Brabants Historisch Informatie Centrum)
![]() |
![]() |
Bericht in Het Vaderland 28.9.1931. (KB)
De laatste pagina's uit het RSL-verslag. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
De heer Koolhoven had enig commentaar op bovenstaand rapport. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
00.09.1931 PH-AEJ Pander EC 24 = Terug / Top
Er werd in motor 10239 een scheur in de krukas ontdekt, "waarschijnlijk ten gevolge van
het trillen van de luchtschroef, die geheel was vertrokken".
00.09.1931 PH-AGA Fokker F.IX 5106 = Terug / Top
De middenmotor hield ermee op als gevolg van oliegebrek.
04.10.1931 PH-ADW Pander EC
23
Schiphol Terug / Top
Er werden landingen geoefend, na de derde doorstart weigerde de motor en moest een
noodlanding gemaakt worden. De machine rolde in een droge sloot en werd ernstig beschadigd.
Het onderstel werd vernield en de ondervleugel brak.
Oorzaak bleken twee losgeraakte schroefjes van de gasklep te zijn
Op 5/12 werd het toestel weer ingevlogen na reparatie bij Pander en met een nieuwe
motor (#10297) terwijl het BvL op 6 oktober 1931 was geschorst “i.v.m. beschadiging
op 4 oct. 1931". Het BvL werd weer uitgereikt op 16.12.1931.
Instructeur: S. de Mul. Leerling: J. Anchelon.
Van Ronald Dijkstra kreeg ik dit rapportje uit Gemeente Archief Amsterdam (13423-331)
06.10.1931 PH-AGA Fokker F.IX
5106 Lympne(G) Terug / Top
Bij de controle voor de start werd ontdekt dat een hoogteroerkabel klem zat.
Oorzaak was het niet op de juiste lengte splitsen van de stuurkabels waardoor een
geleidestang buiten het geleide-oog werd getrokken en daarachter bleef
haken.
In de lucht zou dit fatale gevolgen hebben
gehad.
11.10.1931 D-2113 BFW M 23b
557
Aerdenhout Terug / Top
Er werden vliegdemonstraties gegeven. Na een demo kunstvliegen en een spiegelgevecht
gaf de bestuurder van de D-2113 een demonstratie 'ballonnetjes jagen.
Na afloop hiervan, en na de landing, zag hij echter nog twee ballonnen die particulieren
bij een naburige boerderij hadden opgelaten.
Die wilde hij ook nog neerhalen en hij liet de motor direct weer aanslaan en startte
vanuit de positie waar het toestel toen stond.
Eerst liep hierbij de motor goed, maar toen hij net los was haperde deze.
Toen hij ter hoogte van de grenssloot vloog begon de motor weer trekkracht te leveren,
zodat de vlieger, de stijgeigenschappen van het vliegtuig kennende, dacht dat het goed
zou gaan en het vliegtuig optrok om over de verderop staande bomen te
komen.
Bij deze bomen sloeg de motor weer over zodat hij op ca. zes meter hoogte, met de linker
vleugeltip door de takken ging. Hierdoor liep de snelheid terug en kon hij het toestel
niet in de lucht houden. Hij liet het zijwaarts afglijden om de schok door de vleugel
te laten opnemen waarbij ook de rechtervleugel nog de takken van een boom raakten.
Direct daarna sloeg de draaiende propeller tegen de grond waardoor de hele motorbok
afbrak en het vliegtuig ca. acht meter verder
na een grondzwaai tot stilstand kwam.
De
bestuurder bleef ongedeerd.
De schade was niet gering. Van de houten schroef was een blad afgebroken, de buizen van
het onderstel waren omgevouwen, het staartstuk afgebroken, de rechtervleugel in drie
stukken gebroken en van de linkervleugel was de tip afgebroken.
De motor zelf was geheel of gedeeltelijk nog bruikbaar, “de rest is behoudens enkele
onderdelen
onherstelbaar vernield”.
Bestuurder: E. Aichele.
NB. Hij wordt elders in de pers ook -abusievelijk- Anhek genoemd.
Algemeen Handelsblad 13.10.1931 via Jan Evert Leeuw
Het verslag van de bestuurder in het RSL-rapport. (Coll. H. Dekker)
18.10.1931 PH-AFP Pander EH 120
36
Waalhaven Terug / Top
Om 09.45 uur vertrok de bestuurder van Schiphol voor een vlucht naar Waalhaven.
Toen hij daar aankwam probeerde hij te landen binnen een met lappen afgezet
terreingedeelte.
Hij had
de motor afgezet en planeerde voor de wind in de richting van de beoogde
landingsplaats.
Hij maakte een linker slippende bocht en daarbij liep de snelheid aanzienlijk terug.
De bestuurder merkte dat “de vliegtoestand niet geheel juist was” liet z'n idee van een
doellanding
geheel varen en besloot de nadering af te breken en nog een ronde te vliegen.
Helaas, het was al te laat; manoeuvreren met een vliegtuig dat tegen de overtreksnelheid
aan vliegt zorgt er nogal eens voor dat bij een bocht de binnenvleugel overtrokken raakt,
en dat was nu ook het geval.
Hij gaf vol gas maar hoewel de motor onmiddellijk pakte was de situatie niet meer te redden.
De linkervleugel sloeg tegen de grond en daarna, terwijl de draaiing van het vliegtuig
werd voortgezet, de neus. Het vliegtuig zwiepte door op de rechtervleugels en daarna op
de staart. De bestuurder bleef ongedeerd.
Bestuurder:
M.A.G. van de Leeuw.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
00.10.1931 PH-1 R.R.G. Zögling
32
#
Terug / Top
Beschadigd bij de vliegoefeningen. Pas op 28 maart 1933 kon er weer (één keer!)
mee gevlogen
worden.
14.11.1931 PH-ADN Fokker F.VIIa
4984
Maubeuge(OO) Terug / Top
Het middagtoestel naar Parijs
kwam bij de Frans-Belgische grens in dichte mist terecht.
De gezagvoerder zette het toestel op het voormalige militaire vliegveld Maubeuge aan
de grond. De dag daarna
weer opgestegen en alsnog naar
Parijs gevlogen.
Bestuurder: Brugman.
Bericht in Het Vaderland 16.11.1931.
15.11.1931 PH-AFL Fokker F.XII
5242 Dijon(F) Terug / Top
Op het laatste traject van retourvlucht #47, Marseille-Amsterdam besloot de bestuurder
tot een tussenlanding te Dijon om brandstof in te nemen.
Hierbij raakte de staartsteun licht beschadigd omdat hij door een oneffenheid
ging.
De reparatie duurde iets langer dan gedacht en besloten werd om pas de volgende dag
naar Nederland door te
vliegen.
Bestuurder: W.M.O.A. Beekman.
Copiloot: C. Blaak.
Boordwerktuigkundige: F. Naber.
Telegrafist: H. Dené.
16.11.1931 PH-AFL Fokker F.XII
5242
Rotterdam Terug / Top
En toen het toestel de volgende dag boven Nederland aankwam, bleek Schiphol dicht
te zitten en moest worden uitgeweken naar Rotterdam.
17.11.1931 PH-AFX Pander EF 80
38
Caraïbisch
gebied Terug / Top
Tijdens een rondvlucht vanuit Curaçao verdwenen. Het verhaal gaat dat de bestuurder
en zijn passagiere om het
leven kwamen.
In de West gaat echter óók het verhaal dat de hele verdwijning in scène was gezet
en dat de bestuurder en zijn (gehuwde) geliefde elders nog lang en gelukkig(?)leefden.
Er is naderhand niets meer van het stel vernomen, ook niet door familie in Nederland.
Bestuurder: G.E.J. Schijns(†)(?)
Geliefde: mrs. Elisabeth Everon(†)(?)
Officiële bronnen vermelden een incident met de PH-AFX op 30.6.1933. Dat kan dus niet correct zijn!
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
20.11.1931 PH-AFV Fokker F.XII
5284
Marseille(F) Terug / Top
Tijdens het verslepen viel het toestel van de staartwagen, enige rompbuizen werden
beschadigd. Na reparatie door KLM-personeel kon de reis naar Indië worden voortgezet.
21.11.1931 G-ABOM Desoutter II D.30 Schalkwijk Terug / Top
Noodlanding met lichte schade tot gevolg. Na reparatie bij Koolhoven werd terug naar
Engeland gevlogen.
27.11.1931 PH-AFN Pander EG 35 Telok Betong(PK) Terug / Top
Voor de beschrijving van deze voorzorgslanding verwijs ik u naar het complete
relaas van Van Tijen zelf zoals hij dat zelf liet publiceren in de NRC van 31.1.1932.
Bestuurder: J.E. van Tijen.
04.12.1931 PH-AFR Fokker F.VIIb-3m
5262
Marseille(F) Terug / Top
Motorstoring. Een nieuwe motor
werd nagevlogen
05.12.1931 PH-AIB Pander EF 85
40
Twente Terug / Top
Landingsgestel beschadigd.
06.12.1931 PH-AFO Fokker F.VIIb-3m
5236 Bangkok(HS) Terug / Top
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
NB. De onderzoeksverslagen in het archief van de Raad voor de Luchtvaart zijn geheim. Maar aangezien het archief
van de Commissie Verhoging Veiligheid Luchtverkeer integraal naar het Nationaal Archief is gebracht en het
verslag van dit ongeval daarin aanwezig was, kan dit
daar
wél geraadpleegd worden.
Het toegangsnummer is 2.16.57.26 en ook 2.16.57.28.
Aanvulling 2023: Inmiddels is de regeling t.a.v. de geheimhouding van het door mij bewerkte archief van de Raad
voor de Luchtvaart in zoverre veranderd, dat de termijn van 75 jaar (dus pas in 2073!) die eerst voor het gehele
archief gold, gewijzigd is in 75 jaar na afsluiting van het onderzoek c.q. de publicatie van het Eindverslag.
18.12.1931 PH-AGR Fokker F.VIIb-3m
5187 Marseille(F) Terug / Top
Motorstoring. Een nieuwe motor werd nagevlogen.
Gezagvoerder: R. Sillevis. Copiloot: L.A. Brugman. Boordwerktuigkundige: C. den Blanken.
Telegrafist: H. Dené.
Van twee KLM-vliegtuigen die samen een lading van 2600 kg. goud van Amsterdam naar Parijs
vervoerden, moest één wegens een hevige sneeuwstorm een noodlanding maken in de buurt
van Senlis. Het goud werd met een vrachtauto verder getransporteerd.
De ander was volgens plan op Le Bourget geland.
Bericht in Het Vaderland 30.12.1931. (KB)
29.12.1931 D-1729 Rohrbach Ro VIII Roland II 43/1929 Rotterdam Terug / Top
00.00.1931 PH-AHN Vickers
=
#
Terug / Top
Uit het jaarverslag van de Commissie voor Opstijgingen: “Het omhulsel der “Hollandia”
heeft enige reparatie nodig, terwijl de mand der “Neerlandia” bij de laatste transporten
ernstig heeft geleden.”
Uit de maandverslagen van de RSL blijkt dat er ook keuringen van reparaties aan onderstaande toestellen hebben plaatsgevonden. In hoeverre die het gevolg waren van incidenten kan ik niet beoordelen.
Aanvraag Kenmerk Type
keuring
op
02.09.1931 PH-AEF Fokker
F.VIII
26.10.1931 PH-AEI Fokker
F.VIII
01.12.1931 PH-AIT Pander EH 120
Bij de samenstelling van “Nederlandse
Ongevallen en Incidenten 1931"
werden (o.a.) de volgende bronnen geraadpleegd:
Gerard J. Casius; Ronald Dijkstra; Malcolm Fillmore; Frits Gerdessen; Jan Hagens; Harm Jan Hazewinkel, Coen van den Heuvel; Ger van Huizen; Karel Kalkman; Gerrit J. Koning; Evert Jan Leeuw; Clive Lynch; Doewe Pelleboer; Aart van Wijk; Jan Willem de Wijn; Luc Wittemans;
LUCHTVAARTKENNIS; Maandrapport NVLT (via Jan Evert Leeuw); Nederlandse
Vliegtuig Encyclopedie (Hooftman); Het Vliegveld; Niet gepubliceerde Pander-aantekeningen
van Fred Zandvliet; Niet gepubliceerd overzicht Indië-vluchten van Henk Lems
(via Gerard Casius); Luchtvaart en Luchtpost encyclopedie J.L.C.M. TSchroots
e.a.); Dagboek E. Jans (via Gerard J. Casius); Accident Inquiry in the Netherlands
(A.A. van Wijk); Nieuwsblad van het Noorden; Het Vaderland.