Herman Dekker: Contact
Laatste wijzigingen bij: PH-AJU 20/12 PH-AJI 16/7; PH-AIE 29/10; PH-AIE 6/12; PH-2 2/12; PH-AFZ 30/5; PH-KGH 24/8; PK-SAN 11/3.
06.01.1934 PH-OST Pander S.4 Postjager 46 Batavia(PK) Terug / Top
Vlak na de start voor de terugvlucht naar Nederland ontstond er een probleem met de
brandstofdruk, eerst met die van motor #2 maar daarna begon ook die van #3 terug te lopen.
Het toestel keerde
terug en na reparatie, het schoonmaken van de filters, vertrok het alsnog.
Gezagvoerder: G.J. Geysendorffer. Copiloot: D.L. Asjes. Telegrafist: K. van Straaten.
De Sumatra post 6.1.1934 via K. Kalkman
07.01.1934 PH-OST Pander S.4 Postjager 46 Calcutta(VT) Terug / Top
Na de landing en het bijvullen van brandstof en olie bleek motor #1 niet meer te starten.
Het bleek dat de eclipse-starter, die met een flens op zes bouten aan de motor bevestigd
was, over deze flens was doorgescheurd.
De starter hing dus nog aan een flensdeel en twee bouten.
Een plaatselijk aluminiumfabriek was zo bereidwillig om op zondag een nieuwe flens te gieten
en op maat te draaien zodat de reis de volgende ochtend toch voortgezet
kon worden.
Bemanning: als hierboven.
14.01.1934 PH-AIR Fokker F.XVIII 5311 Karachi(AP) Terug / Top
Bij de landing braken er twee gondelbuizen
van de motorophanging.
Gezagvoerder: G.M.H. Frijns. Copiloot: J.J. Abspoel. Boordwerktuigkundige: C.A. Bruijnenstein.
Telegrafist: G. van Zadelhoff.
Het RSL-rapport betreffende de materiaalcontrole (Coll. H. Dekker)
20.01.1934 PH-AJH Koolhoven F.K.46 4611 Waalhaven Terug / Top
Bij een inspectie werd geconstateerd dat de buis van de onderstel-as naar de ondervleugel
verbogen was.
Men vermoedden dat hard remmen de oorzaak was. Na controle werd het toestel de dag daarna
overgevlogen naar Schiphol.
Dáár raakte bij de verder normale landing en normaal remmen, wéér die buis verbogen.
Hierna werd een onderzoek naar de sterkte ingesteld hetgeen resulteerde in de versterking
van de constructie.
26.01.1934 PH-AJJ Koolhoven F.K.43 4304 Arnhem Terug / Top
Bij een noodlanding werd het rechterdeel van het landingsgestel beschadigd bij een botsing
tegen een stapel plaggen.
Bestuurder: J.H. Eilders.
De brief van KLM aan de LVD waarin het Wat er in het journaal van de PH-AJJ stond.
probleem wordt gemeld. Coll. H. Dekker) (Coll. H. Dekker)
26.01.1934 PH-# # = Eintfort(D) Terug / Top
De bestuurder moest wegens mist een noodlanding maken. Hij en zijn passagier werden per
auto naar Duisburg gebracht.
27.01.1934 PH-12 Grunau 9 (ESG 29) = Eindhoven Terug / Top
Start met omkeerrol was geheel normaal. Maar vlak na het loskomen trok de leerling de
neus omhoog en bleef dat doen.
Het toestel begon dus te klimmen maar tijdens die klim werd de snelheid steeds minder,
tot het moment dat het gewoon vanaf
tien meter hoogte weer loodrecht naar beneden viel.
Het toestel werd geheel vernield, de bestuurder had beide benen gebroken en had een
hersenschudding.
Het logboek van de PH-12 vermeldt “Toestel
praktisch geheel nieuw gebouwd”.
Bestuurder: P.J.J. Raaymakers.
28.01.1934 PH-AGZ Curtiss Wright CW-1 Junior 1105 Heinenoord Terug / Top
De bestuurder had solo al enige touch and go's gemaakt en klom na de laatste doorstart door
tot in de wolken. Mogelijk dat de aanwezigheid van familie op het veld invloed had op zijn
besluit dat te
doen.
Vermoedelijk is de motor in de wolken vliegend als gevolg van van ijsvorming in de carburateur
afgeslagen.
Hij kwam dus zwevend uit de wolk en ging op zoek naar een noodlandingsterrein.
Tijdens deze zweefvlucht liet hij de snelheid nogal veel teruglopen, te veel zoals vlak daarna
bleek. Als noodlandingsterrein koos hij het voetbalveld naast de Bosschedijk uit.
Bij de nadering zag hij echter dat er op ca. acht meter hoogte een elektriciteitsdraad voorlangs
liep.
Onwillekeurig trok hij het toestel nog iets op en toen was de overtrek compleet, het toestel gleed
af en sloeg nagenoeg
recht met de neus tegen de helling van de dijk.
De voorromp werd geheel vernield en de bestuurder werd ernstig gewond.
Het toestel werd niet meer gerepareerd, de
motor werd later gebruikt in de PH-DSA.
Bestuurder: J. van der Vliet.
NB. De onderzoeksverslagen in het archief van de Raad voor de Luchtvaart zijn geheim. Maar aangezien het archief
van de Commissie Verhoging Veiligheid Luchtverkeer integraal naar het Nationaal Archief is gebracht en het
verslag van dit ongeval daarin aanwezig was, kan dit
daar
wél geraadpleegd worden.
Het toegangsnummer is 2.16.57.26 en ook 2.16.57.28.
Aanvulling 2023: Inmiddels is de regeling t.a.v. de geheimhouding van het door mij bewerkte archief van de Raad
voor de Luchtvaart in zoverre veranderd, dat de termijn van 75 jaar (dus pas in 2073!) die eerst voor het gehele
archief gold, gewijzigd is in 75 jaar na afsluiting van het onderzoek c.q. de publicatie van het Eindverslag.
Foto met dank aan Ed Nolte. En een knipsel uit De Holevoet 2.2.1934. |
Het ongevallenrapport dat door inspecteur Van der Heijden werd samengesteld. (Coll. H. Dekker)
30.01.1934 PK-SAG Fiat AS.1 306 # Terug / Top
Verbrand in een garage.
De Indische Courant 15.8.1934 via K. Kalkman
00.01.1934 PH-AIU Pander Multipro 42 # Terug / Top
Over het incident heb ik geen informatie. Aan de achterromp werd een plaatwerkreparatie
uitgevoerd en er werden drie versterkingsplaten aangebracht.
03.02.1934 PH-AFL Fokker F.XII 5242 Nieuwpoort(OO) Terug / Top
Toen het KLM-vliegtuig dat om 16.45 uur uit Rotterdam vertrokken was, boven Lympne aankwam,
bleek dat daar vanwege de dichte mist een landing niet mogelijk was. De bestuurder vloog
terug naar Oostende maar ook dat veld zat dicht en toen óók Duinkerken dicht bleek te zitten
besloot hij tot een landing op het strand bij Nieuwpoort.
De vier passagiers zijn per auto naar Oostende gebracht en de volgende dag naar Londen gevlogen.
Bestuurder: G.J. Geyssendorffer.
Bericht in de Heldersche Courant 6.2.1934.
06.02.1934 PH-AEB Fokker F.VIIa 3 Krabbepolder Terug / Top
De bestuurder was met een lading van
Maar Schiphol en Waalhaven waren allebei dichtgetrokken door de mist, alleen Soesterberg
en Eindhoven waren nog bereikbaar.
Echter,
achteraf bleek dat de radio van de 'EB' defect was en het bericht kwam dus niet
aan.
Toen de bestuurder dan ook boven Waalhaven arriveerde merkte hij 'naar beneden scharrelend',
dat een landing onmogelijk zou zijn.
Hij zocht wat in de omgeving rond en toen hij door een gat in de mist een mogelijk
landingsterrein zag, zette hij daardoor direct het toestel aan de grond.
Het bleek een eilandje te zijn, dat echter zó groot was dat hij er de volgende morgen wel
weer kon starten. Zónder goud weliswaar, dat was na de
landing direct per auto verder vervoerd.
Bestuurder: J.C.Fr. Kress.
Waalhaven-historicus Kees van Dongen.
Op de eerste foto zien we Kress samen met stationschef A.C. Tolk, op de
tweede worden de motoren
warmgedraaid vlak voor het opstijgen.
Krantenknipsel, herkomst onbekend. (Coll. H. Dekker)
06.02.1934 PH-AIE Fokker F.XII 5292 Kopenhagen Terug / Top
De landing werd uitgevoerd in de mist en in de uitloop kwam het toestel in omgeploegd
terrein terecht. Het kwam op de neus tot stilstand.
Ik denk dat dit bericht niet klopt. Het lijkt me teveel op het ongeval van 6.12.1934!
06.02.1934 PH-AIR Fokker F.XVIII 5311 Rutbah(YI) Terug / Top
Wegens een bougiestoring van motor #3 liep de
reis een dag vertraging op.
Gezagvoerder; G.M.H. Frijns. Copiloot: J.J. Abspoel. Boordwerktuigkundige: C.A. Bruijnestein.
Marconist: G. van Zadelhof.
06.02.1934 G-ACKY de
Havilland D.H.85 Leopard Moth 7016
De bestuurster was onderweg van Hannover naar Londen. Ze wilde een tussenlanding maken te
Oostende maar werd door de mist in noordelijke richting gedwongen.
Ze besloot dan maar naar Waalhaven te vliegen, maar daar aangekomen bleek dat veld ook
vanwege de mist niet bereikbaar te zijn.
Toen ze weer zuidwaarts vloog begon ter hoogte van Roosendaal de mist weer dikker te worden
en omdat het al laat in de middag was besloot ze tot een landing.
Ze overnachtte in Roosendaal en steeg de volgende morgen weer op.
Bestuurster: D. Reynolds.
06.02.1934 PH-EBK Fokker F.VII = Dordrecht Terug / Top
Er wordt een noodlanding wegens mist gemeld. Aangezien de Krabbepolder een deel van
het Malle Gat bij Dordrecht is, neem ik aan dat het de hierboven genoemde PH-AEB betreft.
09.02.1934 G-ABTV de Havilland D.H.80A Puss Moth 2218 Lottum Terug / Top
Een Engels particulier vliegtuig met twee inzittenden maakte een landing op een stuk
bouwland onder de gemeente Lottum(L). De bestuurder was verdwaald en besloot even te
landen om zich te oriënteren.
Vlak daarna steeg hij weer op maar landde enige kilometers verderop weer.
De reden hiervoor vertelt mijn bron (Het Vaderland 11.2.1934) niet.
De twee inzittenden overnachtten in het naburige Broekhuijzen en zetten de reis naar
Keulen de volgende dag voort.
Bericht in Het Vaderland 11.2.1934. (KB)
10.02.1934 PH-ADO Fokker F.VIIa 4983 Haamstede Terug / Top
Bij een doorstart tegen een bagagewagentje gebotst. Schade Dfl. 59,-.
Bestuurder: Scholtmeijer.
11.02.1934 D-# Grunau 9 (ESG) “Die Schwalbe” = Venlo Terug / Top
Na vorming van de Venlose Aeroclub uit die van Tegelen en Kaldenkirchen kwamen de Duitse
leden naar Venlo om te vliegen.
Bij een rubberstart brak de kabel en trof de bestuurder die dodelijk gewond werd.
De autoriteiten verboden het verplaatsen van het toestel en toen de Luchtvaartdienst enige
dagen later arriveerde had het toestel zodanig van het vocht geleden dat het afgekeurd werd.
Later werden de restanten verbrand. Het richtingsroer heeft nog jaren in de werkplaats van
de VZC gehangen.
Bestuurder: A. van de Munckhof.
26.02.1934 PH-AFM Pander EG 1 33 Bloemendaal Terug / Top
Het was de bedoeling een korte overlandvlucht te maken. Boven de gemeente Bloemendaal,
bij Bennebroek, werden boven een daar staand huis 'eenige bochten' gemaakt.
De laatste was een linkerbocht, die volgens de verklaring van de bestuurder, zeer scherp
werd gemaakt.
Bij deze bocht, en zeer waarschijnlijk ook reeds bij de voorgaande, heeft het toestel
hoogte verloren.
Eerlijk gezegd komt zo'n verhaal bij mij
meer over als 'stuntwerk met camouflageverhaal'!
Toen het vliegtuig na de laatste bocht weer in de normale vliegstand was gebracht, zakte
het nog door hoewel de motor vol vermogen gaf.
De bestuurder kon daardoor een daar staande bomenrij niet meer ontwijken, met het onderstel
werden de boomtoppen geraakt waarna het door de
snelheidsvermindering nog sterker doorzakte.
Het kwam daardoor zó dicht bij de grond dat de bestuurder het niet raadzaam achtte het
toestel weer op te trekken en hij
besloot onmiddellijk een landing uit te voeren.
In de uitloop zakte het linker wiel in de
grond weg en het toestel sloeg langzaam over de kop.
De beide inzittenden bleven ongedeerd, het vliegtuig was er erger aan toe.
Onderstel en ondervleugel ernstig beschadigd,
schroef, schroefas en motorbok ernstig beschadigd.
Bestuurder: H.L.A.M. Verhulst.
Twee foto's uit de collectie van Fred Zandvliet. |
Algemeen Handelsb;ad 27.2.1934 en Nieuwe Tilburgsche Courant 28.2.1934, beide via Karel Kalkman. |
Het ongevallenrapport dat door inspecteur Van der Heijden werd samengesteld, gevolgd door een brief van de
Luchtvaartdienst waaruit blijkt dat er behalve deze schade nog wel wat meer aan het toestel mankeerde.
(Coll. H. Dekker)
Bij een nachtlandingsoefening werd een stormlantaarn geraakt.
00.02.1934 PH-AFZ Pander EF 85 31 # Terug / Top
Aanzienlijke schade opgelopen want de Firma Pander meldde dat ze opdracht gekregen had
tot: "reparatie van de gehele ondervleugel en het onderstel"
Archief Amsterdam 1323; Inv. 337 ; via Ronald Dijkstra
De brief waarin Pander de reparatieopdracht De NV NLS wilde tegelijk met de reparatie
aan de Luchtvaartdienst meldt. de Waltermotor vervangen door een Genet
(Coll. H. Dekker) motor. (Coll. H. Dekker)
00.02.1934 PH-AJC Focke Wulf S.24C Kiebitz 93 # Terug / Top
Propeller werd beschadigd en vervangen.
Van Graft gaf informatie over de kwaliteit van het reparatiemateriaal.
(Coll. H. Dekker)
04.03.1934 PH-15 Schleicher Anfänger = Terlet Terug / Top
Het dagboekje vermeldt: “Rechtervleugel beschadigd, vijf ribben gebroken en langsligger
gebarsten.”
Bestuurder: Couvret.
04.03.1934 G-# # = Ravenbosch Terug / Top
Bestuurder: Wendon.
(Limburger Koerier 7.3.1934 via K. Kalkman)
09.03.1934 PH-AJH Koolhoven F.K.46 4601 Waalhaven Terug / Top
In de uitloop van de landing bezweek plotseling de as. Het toestel begon naar links weg
te zakken maar de bestuurder
zag kans de zaak zonder verdere schade tot stilstand te brengen.
Instructeur: D.L Asjes.
11.03.1934 PK-SAN Desoutter I D.23 Soerabaja Terug / Top
Bij de landing bezweek het onderstel op een zacht gedeelte van het veld.
Bestuurder: Sturler de
16.03.1934 PH-AIR Fokker F.XVIII 5311 Akyab(XY) Terug / Top
Een dag oponthoud wegens een gebroken klep.
Gezagvoerder: Q. Tepas. Copiloot: L.A. Brugman. Boordwerktuigkundige: P. Dunk.
Marconist: Loos.
17.03.1934 PH-AED Fokker F.VIII 5041 Twente Terug / Top
Onderweg van Amsterdam naar Malmö meende de bestuurder olieverlies te constateren.
Hij maakte een voorzorgslanding op
Twente waar e.e.a. werd gecontroleerd.
Gerustgesteld vertrok hij na een half uur alweer.
Uit het maandrapport van NV Luchthaven Twente. (Coll. Jan Evert Leeuw)
17.03.1934 PH-AIR Fokker
F.XVIII 5311
Bij de landing werd de staartwielvork
beschadigd. Schade Dfl. 185.
Gezagvoerder: Q. Tepas. Copiloot:
Marconist: Loos.
Wegens een gescheurde NACA-kap werd een tussenlanding op Hannover gemaakt.
Er kon dezelfde dag doorgevlogen worden.
Bestuurder: W.M.O.A. Beekman.
24.03.1934 PH-AEX Pander EC 26 Engelen Terug / Top
Noodlanding. Veldwachter Cornelis Maas hield twee dagen de wacht bij het toestel, als
dank werd hem een vluchtje boven Engelen aangeboden.
Veldwachter Cornelis Maas houdt de wacht.
(Foto Bertie Geerts. Coll. Frans Lucas)
25.03.1934 NR625E Lockheed
Vega 5 63
Het toestel moest een noodlanding maken en die wilde de bestuurder uitvoeren op de grote
zandvlakte die later vliegveld Zanderij zou worden.
Toen was het niet meer dan een grote zandvlakte die gewoon z'n naam eer aandeed.
Hij kon het veld echter niet vinden en landde op het terrein van de voormalige houtzaagmolen
“'t Hoogerhuys”.
In de uitloop werd een
boom geraakt en kwam het toestel in moerassig terrein terecht.
Men heeft nog geprobeerd om het er met behulp van de olifant Nona weer uit te trekken, maar
dat lukte niet. Het is toen ter plekke gedemonteerd en naar de Verenigde Staten getransporteerd
om
gerepareerd te worden.
Bestuurder: Russel W. Thaw. Copiloot (en eigenaresse): M.P. Guggenheim.
26.03.1934 PH-ADZ Fokker F.VIIa 2 Weesp Terug / Top
Het toestel vloog de dienst Schiphol-Twente maar kreeg ter hoogte van Weesp motorstoring.
Bij de noodlanding kwam het aan het eind van de uitloop met de wielen in een sloot terecht,
het onderstel werd ernstig beschadigd.
Het toestel werd per boot naar Waalhaven getransporteerd en daar gerepareerd.
De kosten van deze reparatie bedroegen ruim ƒ 2700,-.
De oorzaak van de motorstoring bleek een gebroken hulpdrijfstang te zijn en in het
carter waren drijfstangen en cilinders ernstig beschadigd. Zie ook bij PH-AED 12 juli 1934.
Bestuurder: H. Fuchs.
NB. Ik heb ook een (officiële) bron die datum 27/3 geeft.
(Leidsch Dagblad 28.3.1934 via K. Kalkman)
Aangezien het een praktisch nieuwe motor was, werd een claim bij Pratt & Whitney neergelegd. (Coll. H. Dekker)
30.03.1934 D-1016 Junkers F.24 839 Deventer Terug / Top
Wegens een defecte olieleiding moest de bestuurder een noodlanding maken op het
noodlandingsterrein de “Bergweide”. Bij de nadering werd met de vleugel een paar betonnen
paaltjes geraakt met lichte
schade aan de vleugel als gevolg.
De schade moet gering geweest zijn, de volgende dag steeg het toestel tegen acht uur
's morgens weer op om de vlucht
naar Amsterdam voort te zetten.
Bestuurder: K. Küring. Boordwerktuigkundige: M. Janitzka.
Coll. H. Dekker Vlissingse Courant 31.3.1934 via Karel Kalkman
Het politierapport in het gemeentearchief van Deventer.
(Coll. Jan Evert Leeuw)
06.04.1934 D-3002 Arado Ar 66 = Emmen Terug / Top
De bestuurder was opgestegen te Würzburg en door een defect kompas uit de koers geraakt.
Toen zijn brandstof begon op te raken besloot hij tot een noodlanding; hij bleek die
uitgevoerd te hebben bij Westenesch, een klein dorpje ten westen van Emmen.
Door bemiddeling van de
burgemeester werd hem brandstof bezorgd en kon hij weer opstijgen.
Maar hij kwam niet ver, na een paar kilometer moest hij alweer landen wegens een motordefect.
Door dezelfde burgemeester werd voor hem en zijn mecanicien onderdak geregeld (aardige mensen
daar in
Emmen!) waar ze konden verblijven tot hun toestel weer gerepareerd was.
Bestuurder: H. Gottlob.
Bericht in Het Vaderland 8.4.1934. (KB)
07.04.1934 PH-AIA Pander EF 85 39 Aalsmeer Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring. De bestuurder maakte een perfecte landing op een grasland
langs de Oosteinderweg.
Van Schiphol kwamen monteurs om de zaak te repareren.
Bestuurder: W.N. Sluyter.
Bericht in Het Vaderland 8.4.1934. (KB)
10.04.1934 PH-# # = Den Haag Terug / Top
“Het Vliegveld” meldt: “de plaatsvervangend kantonrechter E. Belinfante spreekt de
reclamevlieger, die bij verstek was veroordeeld, vrij, daar hij het ten laste gelegde,
nl. het vliegen beneden
niet bewezen acht”.
Bestuurder: J.Th. Rijntjes.
13.04.1934 PH-AED Fokker F.VIII 5041 Rotterdam Terug / Top
Na de start direct teruggekeerd wegens motorstoring. Later alsnog vertrokken naar Parijs.
Bestuurder: J.S.W. van der Feijst.
14.04.1934 PH-AEQ Pander DF 1 20 Deurne Terug / Top
Er is mij alleen bekend dat de doorhaling van de inschrijving volgde op een ongeval bij het
Noord Brabantse Deurne.
NB. Bij onderstaande foto uit Beeldbank Stadsarchief Amsterdam (D10067003375) wordt deze datum
genoemd. Vergelijking met de bekende (en correcte) registergegevens geven mij aanleiding tot
ernstige twijfels over de correctheid daarvan.
Deze twijfel bleek gerechtvaardigd. De foto heb ik verwijderd want het was niet deze PH-AEQ maar15.04.1934 PH-AJI de Havilland D.H.60G Gipsy Moth 5040 Scheveningen Terug / Top
De identiteit van het vliegtuig is beredeneerd. Cassimis was destijds een bekend Egyptisch
sigarettenmerk en er vloog toen één reclamevliegtuig met een cilindervormige (lees
sigaretvormige) sleep dat eigendom was van een sigarettenfabriek, dat was de PH-AJI.
Bericht in Het Vaderland 16.4.1934. (KB)
20.04.1934 PH-AID Fokker
F.XII 5291
Wegens een gebroken olieleiding ontstond hier een vertraging van ruim 3,5 uur.
27.04.1934 PH-AEX Pander EC 11 26 Soesterberg Terug / Top
De bestuurder ving ruim te vroeg af en het doorzakkende toestel kwam met een harde klap
aan de grond.
Het onderstel bezweek en de zaak kwam op de neus tot stilstand.
De schade leek eerst nog te overzien, gebroken propeller en neus beschadigd.
Later bleek reparatie
economisch niet verantwoord.
Bestuurder: C. Bouter.
Het rapport van de bestuurder C. Bouter, en de brief waarin NV NLS aan de Luchtvaartdienst meldt dat
de PH-AEX niet hersteld zal worden. (Coll. H. Dekker)
27.04.1934 D-2181 Klemm L 26a 354 Onnen Terug / Top
De bestuurder was onderweg van Hannover naar Bremen en was de weg kwijtgeraakt. Wegens
brandstofgebrek landde hij bij Onnen. Achterop de motor bij de machinist van een nabijgelegen
pompstation gingen ze brandstof halen op Eelde.
Tegen de avond kon er weer opgestegen worden.
(Nieuwsblad van het Noorden 7.5.1934 via K. Kalkman)
28.04.1934 PH-AIZ Fokker F.XX 5347 Schiphol Terug / Top
Na de landing bleek de remwerking onder de maat en moest de bestuurder een grondzwaai
forceren om de sloot verderop te ontwijken.
Van Ronald Dijkstra kreeg dit verslag dat hij aantrof in Gemeente Archief Amsterdam (GAA 1323-337)
29.04.1934 PH-AEG Fokker F.VIII 5044 Rotterdam Terug / Top
Bij de landing werd de afrastering geraakt.
01.05.1934 PH-AED Fokker F.VIII 5041 Vlissingen Terug / Top
Bij het verslepen viel het toestel van het staartwagentje.
03.05.1934 PH-AII Fokker F.XII 5301 Rotterdam Terug / Top
Bij de nadering werd de schutting geraakt.
03.05.1934 PH-# # = Schiphol Terug / Top
Wegens het slechte weer niet doorgevlogen naar Twente.
Bestuurder: P. Noomen.
Bericht in Tubantia 4.5.1934. (Coll. Jan Evert Leeuw)
04.05.1934 PH-AEG Fokker F.VIII 5044 Culemburg Terug / Top
Voorzorgslanding wegens een ”defecte controleur de vol”. Een andere bron schuift de schuld
op de weersgesteldheid, alle velden trokken dicht en pas de volgende morgen weer gestart.
Bestuurder: Van Steenbergen.
08.05.1934 PH-AGA Fokker F.IX 5106 Croydon(G) Terug / Top
Onderweg van Schiphol naar Croydon moest boven Het Kanaal motor #3 worden gestopt.
Naar later bleek vanwege een gebroken krukas. De bestuurder zette de reis voor en landde
veilig op Croydon.
Aangezien er geen reserve Hornet-motor beschikbaar was (het enige reserve-exemplaar had een
gescheurd carter) werd besloten in de gondels Hornet-motoren te installeren en in de neus
een Wright-Cyclone.
Deze configuratie was dus geen gepland beleid (zoals elders wordt beweerd) maar werd door
de omstandigheden afgedwongen.
Bestuurder: A. Viruly.
De telefoonnotitie van de melding van het incident en de brief waarin de motorwisseling wordt aangekondigd.
(Coll. H. Dekker)
11.05.1934 D-# # = Broekheurne Terug / Top
Tubantia meldt een noodlanding wegens brandstofgebrek van een Duits sportvliegtuig bij het
station.
Bericht in Tubantia 12.5.1934. (Coll. Jan Evert Leeuw)
13.05.1934 PH-15 Schleicher Anfänger = Terlet Terug / Top
De schade wordt omschreven als “rechtervleugeltip en neus van de romp
beschadigd”.
Bestuurder: Ruppert.
14.05.1934 PH-AIO Fokker F.XVIII 5308 Bagdad(YI) Terug / Top
De thuisreis werd geplaagd door olieproblemen. Er was al tijd verloren gegaan in Bushir en
Basra, en nu kostte
het oplossen in Bagdad nog eens een hele dag.
Gezagvoerder: G.J.C. te Roller. Copiloot: J.J. van Balkom.
Boordwerktuigkundige: Th.J. Hoogeveen. Marconist: M. Saaf.
25.05.1934 PH-# # = Baarn Terug / Top
Op 24 december 1934 werd G.J. Geysendorffer door de kantonrechter te Amersfoort vrijgesproken
van het hem ten laste gelegde: laagvliegen boven Baarn op 25 mei 1934.
27.05.1934 PH-AIA Pander
EF 85 39 # Terug / Top
PH-AIX Pander
Multipro 44
De PH-AIA botste tegen de PH-AIX.
28.05.1934 PH-AJK Koolhoven F.K.43 4305 Schiphol Terug / Top
Na het incident met de PH-AJJ op 29/1 werd het onderstel van de PH-AJK op de PH-AJJ gezet
en later, nadat het gerepareerd was, dat van de JJ op de JK.
Men ging ervanuit dat het betreffende onderstel bij Arnhem meer, toen niet geconstateerde,
scheurtjes had opgelopen en dat die
nu bezweken waren.
Nu volgde nog zo'n wissel, het onderstel van de PH-AJL werd op de JK gezet en de JL kreeg
een compleet nieuw onderstel.
Van
een wat sterkere uitvoeren, dat wel.
Maar daarmee was het assenprobleem nog niet de wereld uit, zie PH-AJK op 22/6!
30.05.1934 PH-AIQ Fokker F.XVIII 5310 Andir(PK) Terug / Top
Toen het toestel de terugvlucht (#182) zou aanvangen bleek dat de TD er nog mee bezig was.
De dienst werd overgenomen door de PH-AIR “Rijstvogel“ en de “Kwartel” nam op 6 juni de
dienst van de
“Rijstvogel” waar.
Gezagvoerder: E.E. Hulsebos. Copiloot J.J. Abspoel.
Boordwerktuigkundige: J.J. Ruben. Telegrafist: L.C. Dik.
30.05.1934 PH-AFZ Pander EF 80 38 Schiphol Terug / Top
Op het veld werd gewerkt en de bestuurder van een sportvliegtuig lette niet goed op.
Hij raakte een paard dat bij de werkzaamheden werd gebruikt. De schade aan het vliegtuig
was gering (niet boven het eigen risico van ƒ 480,-), het paard werd nogal ernstig gewond
en zal ca. 2 maand nodig hebben om geheel te herstellen.
Van Ronald Dijkstra kreeg dit verslag dat hij aantrof in Gemeente Archief Amsterdam (GAA 1323-337)
04.06.1934 PH-AID Fokker F.XII 5291 Schiphol Terug / Top
Bij het binnenkomen hondenhok geraakt, licht beschadigd.
03.06.1934 PH-5 R.R.G. Zögling = # Terug / Top
Vlak voor de landing 'zakte' het toestel door en dat resulteerde in een harde landing.
De bestuurder hield er een verstuikte voet en een pijnlijk rug aan over.
Over de toestand van de PH-5 heb ik geen informatie.
Bestuurder: A.G. von Baumhauer.
07.06.1934 PH-AFL Fokker F.XII 5242 Schiphol Terug / Top
Bij het verslepen werd een Imperial Airways toestel geraakt. De schade was gering.
07.06.1934 PH-AIZ Fokker F.XX 5347 # Terug / Top
Botsing tegen baanmarkering.
08.06.1934 PH-AGR Fokker F.VIIb-3m 5187 Eelde Terug / Top
Er moest een noodlanding wegens motorstoring gemaakt worden. Daarbij kon de handrem niet
gebruikt worden omdat (?HD) de radio ontvanger uitgetrokken was.
De landing was dan ook slecht, de schade echter gering.
08.06.1934 PH-AJW Fokker D.VII = Schiphol Terug / Top
De bestuurder taxiede na de landing met hoge snelheid naar het platform. Hierbij bonkte
het linker wiel zo hard tegen de rand daarvan dat het bezweek en het toestel een neusstand
maakte.
Dus forse schade aan
schroef, neusbeplating en vleugeltip.
Bestuurder: A.H.G. Fokker.
Van Ronald Dijkstra kreeg dit verslag dat hij aantrof in Gemeente Archief Amsterdam (GAA 1323-337)
De melding van de door Fokker veroorzaakte schade aan de PH-AJW met in een PS-je de constatering dat
Fokker "naar mijn weten geen BvG heeft"! (Coll. H. Dekker)
08.06.1934 G-# # = Sassemerpont Terug / Top
Noodlanding zonder schade. Na twee uur weer opgestegen.
Voor zover ik dat kan nagaan betrof het niet een militair toestel.
(Haarlem's Dagblad 9.6.1934 via K. Kalkman)
09.06.1934 PH-ADN Fokker F.VIIa 4984 Schiphol Terug / Top
Na een rondvlucht naderde het toestel op
Op deze hoogte zette de bestuurder een lange bocht in met afgezette motor, gaf even wat
gas bij en zag vlak daarna dat hij toch nog wat tekort kwam.
Hij gaf weer gas, maar deze keer sloeg de motor over en pakte niet.
Het toestel bleef dus doorzakken en kwam veel te vroeg aan de grond, de staartsteun sloeg
tegen de bovenzijde van de slootrand.
Ook de romp liep hierbij ernstige schade op, zó ernstig dat hij tijdens het verder taxiën bezweek.
De bestuurder besefte wel dat met het gewoon op toeren houden van de motor dit voorval niet
plaatsgevonden zou hebben.
Bestuurder: C.P.R. Steensma.
Van Ronald Dijkstra kreeg ik dit verslag dat hij aantrof in Gemeente Archief Amsterdam (GAA 1323-337)
Links. De PH-ADN met geknikte romp. (met dank aan H. Berfelo) Onder. Een gerepareerde romp, of het de PH-ADN is weet ik niet. (Foto Kees van Dongen) |
Nog een foto van 'de knik'. (Vliegtuigencyclopedie Hooftman 9, blz.95)
De verklaringen van Steensma. (Coll. H. Dekker)
22.06.1934 PH-AJK Koolhoven F.K.43 4305 Schiphol Terug / Top
Het toestel werd normaal de hangaar uit getaxied toen weer (zie 28/5!) een as bezweek.
Wéér was het een gedeeltelijk oude breuk.
De correspondentie over (weer) een onderstelprobleem. (Coll. H. Dekker)
24.06.1934 PH-AIJ Fokker F.XII 5302 Karachi(AP) Terug / Top
Men naderde al het doel van die dag, Jodhpur, toen een hevige zandstorm opstak.
De bestuurder probeerde eerst erboven te gaan vliegen, maar dat bleek niet mogelijk en er
omheen lukte ook niet.
Hij maakte een landing op het noodlandingsterrein vóór Jodhpur.
Op dit primitieve terrein waren echter geen faciliteiten zodat de passagiers de nacht in
de open lucht moesten doorbrengen. Toen het tegen de ochtend ook nog ging regenen ontaardde
de zandstorm in een modderregen. Mijn bron besluit met “Het was een onaangename nacht”.
Gezagvoerder: J.K.F. Kress. Copiloot: H. Silberstein. Boordwerktuigkundige: M. Veenendaal.
Telegrafist: J.W. Hoogland.
00.06.1934 PH-17 Schneider Grunau Baby II = Utrecht Terug / Top
Op de luchtvaarttentoonstelling te Utrecht stond o.a. deze Grunau Baby.
De verslaggever merkte op dat de neus er nogal beurs uitzag, dit was het gevolg van een
vlak voor de tentoonstelling
uitgevoerde landing waarbij het toestel doorgeschoten was.
Bestuurder: W.M. van Neyenhoff.
Een
onbekend.
12.07.1934 PH-AED Fokker F.VIII 5041 Vlissingen Terug / Top
Motorstoring identiek aan die van de PH-ADZ op 27 maart en ook met dezelfde desastreuze
gevolgen. Deze keer kon uit de schade wel opgemaakt worden wat de oorzaak van de breuk was.
Het had te maken met de startprocedure, indien die foutief werd uitgevoerd, hoopte zich
brandstof op in cilinder #3 waardoor bij het starten de zuiger geblokkeerd werd.
14.07.1934 F-ALOC Potez 36/14 2502 Haarlem Terug / Top
De reden van de noodlanding wordt niet vermeld, wèl hoe een en ander verliep.
Het toestel cirkelde enige malen boven de stad en voerde toen een landing uit op een weiland
bij de forten aan de Liedebrug.
De schroef, de motor en de romp werden beschadigd. De twee inzittenden kwamen er met een paar
lichte ontvellingen goed vanaf.
Bestuurder (althans één der inzittenden): J.A. Legendre.
Uit de foto blijkt dat de door Het Vaderland genoemde kenmerk “Alac” nogal twijfelachtig was...
Noordhollands archief via Karel Kalkman Algemeen Handelsblad 16.7.1934 via K. Kalkman |
Bericht in Het Vaderland 15.7.1934. (KB) |
16.07.1934 PH-AJI de Havilland D.H.60G Gipsy Moth 5040 Rhenen Terug / Top
Noodlan ding wegens brandstofgebrek. De bestuurder was een Duitser.
Uit De Nederlander 18.7.1934 via Karel Kalkman.
24.07.1934 PH-AIH Fokker F.XII 5300 Schiphol Terug / Top
Later wel normaal naar Liverpool gevlogen.
Bestuurder: E.E. Hulsebos.
24.07.1934 PH-AIZ Fokker F.XX 5347 Schiphol Terug / Top
Bij het verslepen werd een toestel van Imperial Airways geraakt. De schade was gering.
25.07.1934 PH-AJN Koolhoven F.K.41 4106 # Terug / Top
Schade.
28.07.1934 PH-AEI Fokker F.VIII 5046 Knokke(OO) Terug / Top
Bij het verslepen werd een toestel van Sabena geraakt. De schade was gering.
29.07.1934 PH-15 Schleicher Anfänger = Terlet Terug / Top
De bestuurder werd als de beste leerling van de Arnhemsche Zweefvlieg Club beschouwd.
Hij had al een A-Brevet was zich aan het voorbereiden voor het B-Brevet.
Hij had echter sedert 25 februari van dat jaar niet geoefend en daarom zou hij met een
eenvoudige opdracht beginnen. De start was normaal, afgezien van het feit dat het
straktrekken van de kabel niet door acht mannen gebeurde maar door vier man en een paard.
Maar daar was met een goede organisatie, en dat was bij die club wel het geval, geen
bezwaar tegen
Na de start en het ontkoppelen was de snelheid aan de lage kant maar niet zorgwekkend
laag. Toen de leerling echter direct na het ontkoppelen een linkerbocht inzette en
daarbij richtingsroer en ailerons volledig uitsloeg begon het toestel naar links af
te glijden.
De bestuurder moet dit gemerkt hebben want hij duwde de knuppel geheel naar voren,
kennelijk om snelheid op te pikken.
Het vliegtuig kwam hierop in een tolvlucht en
spiraalde vanaf een hoogte van ca
De bestuurder werd bij de inslag uit het toestel geworpen en overleed praktisch direct
als gevolg van een gebroken nek. Het toestel werd vernield.
Bestuurder: C.J. Brandts-Buys(†)
Een krantenfoto uit de collectie van Nico Geldhof.
De laatste vier pagina's van het verslag van het onderzoek door inspecteur Van der Heijden. (Coll. H. Dekker)
04.08.1934 PH-AJG de Havilland D.H.82 Tiger Moth 3190 # Terug / Top
Schade.
07.08.1934 PH-AET Fokker F.VIIa 4 Haamstede Terug / Top
Bij het taxiën raakte een wiel in een greppel, waardoor de propeller tegen een steen sloeg.
Schade bedroeg Dfl. 330,-.
09.08.1934 PH-AEF Fokker F.VIII 5043 Knokke(OO) Terug / Top
Aangereden door een Sabena-toestel.
09.08.1934 CH241 Klemm L25 Ia 155 Jutphaas Terug / Top
De bestuurster was onderweg van Keulen naar Amsterdam toen zij ter hoogte van Utrecht
besefte dat ze te weinig brandstof aan boord had.
Ze heeft nog gezocht naar vliegveld Soesterberg maar dat kon ze niet vinden zodat ze tot
een noodlanding besloot.
Die voerde ze uit achter het
sportterrein “Welgelegen” onder Jutphaas.
Bestuurster: I. Trumpy.
Bericht in Het Vaderland 10.8.1934. (KB)
14.08.1934 PH-AIZ Fokker F.XX 5347 Berlijn(D) Terug / Top
Lichte schade aan vleugelbekleding.
16.08.1934 D-EFYG # = Bekkumerbroek Terug / Top
Een leerling-vlieger die onderweg was van Goten naar Keulen raakte verdwaald en zette
zijn toestel aan de grond op het land van boer Albers te Bekkumerbroek.
Bij een naburige handelaar kon hij, op de pof, vijftig liter brandstof krijgen die hij
na terugkomst direct zou betalen.
Bericht in Het Vaderland 17.8.1934. (KB)
18.08.1934 PH-AEI Fokker F.VIII 5046 Knokke(OO) Terug / Top
19.08.1934 PH-24 Hoekstra H-1 18 Terlet Terug / Top
Na de ferry van Schiphol naar Terlet was het de bedoeling dat het toestel daar nog
voorgevlogen zou worden waar na de landing de 'inhaalceremonie' zou plaatsvinden.
Het kwam er niet van, de ferry-piloot was door de zware besturing zó vermoeid dat hij
het toestel zonder
verdere plichtplegingen een eind vanaf de 'bobo's' in de hei neerzette.
De besturing was zo zwaar omdat bij de constructie te lichte kabels voor de besturing
waren gebruikt en die waren
uitgerekt.
Bestuurder: Reumerman.
Foto uit Thermiek 2002/2.
19.08.1934 PK-SAM Pattist-Walraven PW-1 I-1 Soerabaja Terug / Top
De bestuurder was doorstarts aan het oefenen maar dat mislukte. Het onderstel werd vernield,
het rompje bleef intact en de
bestuurder bleef dan ook ongedeerd.
Bestuurder: J.G. Wisse.
Bericht in Het Vaderland 14.9.1934. (KB)
22.08.1934 PH-AJB Pander EK 80 47 # Terug / Top
Noodlanding wegens brandstofgebrek. De reservetank kon niet worden leeg gevlogen omdat de
passagier de leiding had platgetrapt.
23.08.1934 G-ACLX de Havilland D.H.85 Leopard Moth 7036 Tukuyu(5H) Terug / Top
De Nederlandse bestuurder werd weliswaar eigenaar in mei 1934 maar het toestel bleef op
naam staan van een Engelsman
zodat het ook z'n Engelse kenmerk kon behouden.
In juni vloog hij ermee naar Johannesburg en op de terugweg van Kaapstad naar Nederland
crashte hij in Tanganjika in het oerwoud. Vermoedelijk als gevolg van slecht weer.
De bestuurder kwam hierbij om het leven.
Bestuurder: J.J. van der Leeuw(†).
Uit Nairobi kwam (o.a.) de onderstaande informatie.
(Coll. H. Schwing)
24.08.1934 PH-ADX Fokker F.VIIa 1 Eelde Terug / Top
PH-AGR Fokker F.VIIb-3m 5187
Botsing op de grond. Lichte schade.
24.08.1934 PH-AGQ Koolhoven F.K.41 4105 Nijkerk Terug / Top
Tijdens de Nederlandse Rondvlucht kreeg de bestuurder, onderweg van Twente naar Eindhoven,
in de buurt van Nijkerk problemen met de motor.
De uitlaatklep van cilinder #3 was gebroken. Hij zette het toestel op de hei aan de grond,
hierbij ontstond wel enige schade aan onderstel en rechtervleugel.
Het toestel
werd gedemonteerd en afgevoerd.
Bestuurder: S. de Mul.
24.08.1934 PH-KGH WACO UIC 3833 Soesterberg Terug / Top
Oók tijdens de Nederlandse Rondvlucht. Bij de start vanaf Soesterberg begon het toestel,
waarschijnlijk mede a.g.v. het oneffen terrein, naar links uit te lopen hetgeen door de
bestuurder niet gecorrigeerd werd.
Na een aanloop van ca
buurt aanwezig was moest snel
bukken om niet geraakt te worden.
Ook na het loskomen werd de naar linksdraaiende beweging aanvankelijk niet tegengegaan
en dus ontstond in deze vlakke linkerbocht een sterk slippende beweging.
De passagier verklaarden later dat ze door deze beweging tegen de zijkant van het toestel
geduwd werden.
De bestuurder verklaarde dat hij weliswaar pogingen deed de beweging te corrigeren maar
daartoe zoveel kracht moest
uitoefenen dat hij de indruk kreeg dat het roer geblokkeerd was.
Aangezien dit dus geen effect had besloot hij tot een landing.
Hij nam gas terug, gaf links ailerons zodat het slippen ophield en zette het toestel, met
de wind in de rug, weer aan de grond.
Dat gebeurde achter met een zodanige daalsnelheid dat het landingsgestel het begaf en het
toestel op de buik verder schoof.
De NACA-kap groef zich in de grond en het toestel sloeg over de kop. De motorbok scheurde
los van de romp, en ook de andere schade was ernstig.
Op 10.11.1934 schreef de eigenaar aan de Luchtvaartdienst dat "het vliegtuig PH-KGH niet weer
zal worden opgebouwd".
De vier inzittenden bleven ongedeerd.
In de pers verscheen natuurlijk direct als oorzaak de door de bestuurder genoemde
besturingsproblemen, maar bij het onderzoek werd niets gevonden dat wees op een geblokkeerde
besturing of anderszins iets wat afbreuk gedaan zou kunnen hebben aan de luchtwaardigheid.
In het onderzoeksrapport staat als verklaring voor het besturingsprobleem: “De mogelijkheid
bestaat dat het vliegtuig de eigenschap had, dat bij het beschrijven van een vlakke bocht het
richtingsroer gaat staan in een stand welke meer en meer de draaiing bevordert.
In het algemeen neemt daarmede de kracht, welke nodig is om het vliegtuig weer rechtuit te
doen vliegen, toe.”
En ook werd toen geconcludeerd dat bij een eventueel volgend exemplaar van dit type, de
vliegeigenschappen nog eens grondig moesten worden onderzocht.
Bestuurder: K. de Geus van de Heuvel.
NB. Een der passagiers was de bekende luchtvaartjournalist H. Hegener.
Twee foto's van het ongeval. De eerste foto is afkomstig van de Sechtie Luchtmacht Historie
(via H. J. Hazewinkel) en de tweede komt uit de collectie van Martin Sloots (via F. Gerdessen)
Het door de heren Van der Heijden en Van der Maas opgestelde verslag van het onderzoek. (Coll. H. Dekker)
Nog een plaatje via Rien Huizing. |
30.08.1934 G-AAKP de Havilland D.H.60M Moth 1394 Deventer Terug / Top
De bestuurder was onderweg van Hannover naar Amsterdam en kwam in zeer slecht weer terecht.
Hij zette z'n toestel op de "Bergweide" om ongeveer 12.30 uur aan de grond en zette, toen
de bui over was, om 15.25 uur de reis
voort.
Bestuurder: W.J. Stopford.
Het incident werd door de secretaris van de
gemeente volgens voorschrift gemeld!
(Gemeentearchief Deventer/Coll. Jan Evert Leeuw)
00.08.1934 PH-13 Lippisch Grüne Post = Eindhoven Terug / Top
Na zijn eerste vlucht met z'n eigen toestel was de landing wat te hard.
De staart brak af.
Bestuurder: J. Swart.
02.09.1934 PH-12 Grunau 9 (ESG 29) = Eindhoven Terug / Top
De ”Rijstvogel” was niet tijdig gereed voor de terugvlucht (#195) en dus werd de dienst
overgenomen door de “Snip”. Een
week daarna vloog de “Rijstvogel” terug naar Nederland.
Gezagvoerder: J.J. Hondong. Copiloot: J.J. van Balkom. Boordwerktuigkundige: F. Naber.
Telegrafist: W.H. van der Smagt.
14.09.1934 PH-AFM Pander EG 1 33 # Terug / Top
Schade.
14.09.1934 PH-AJH Koolhoven F.K.46 4611 # Terug / Top
Schade wegens een harde landing a.g.v. te hoog afvangen.
14.09.1934 D-EBAQ Klemm L 25e = Olst Terug / Top
Een Duits sportvliegtuig raakte beschadigd bij een noodlanding. De bestuurder was onderweg
van Keulen naar Munster de weg kwijtgeraakt.
Het toestel werd gedemonteerd naar Duitsland teruggebracht.
De bestuurder ging met de trein.
Gerard Aberson leverde de volgende twee knipsels, waarvoor dank! Duur Barlo Indische Courant 20.10.1934.
Telegraaf 15.9.1934.
15.09.1934 PH-FKB Koolhoven F.K.46 4604 Waalhaven Terug / Top
De bestuurder oefende wat landingen en bij de laatste ving hij iets te vroeg af.
Het toestel kwam hard aan de grond en toen het toestel geparkeerd was waren enige
rimpelingen in het doek ter hoogte van de voorste zitplaats zichtbaar.
Er was een rompbuis verbogen.
Bestuurder: J.E.F. de Kok.
De brief van NV NLS met de melding van het incident,
de reparatie én het verzoek om het BvD niet te schorsen.
(Coll. H. Dekker)
17.09.1934 PH-AFV Fokker F.XII 5284 Hull(G) Terug / Top
24.09.1934 PH-OST Pander S.4 Postjager 46 Schiphol Terug / Top
Er werden proefvluchten gemaakt t.b.v. de aanstaande Melbourne-vlucht.
Tijdens de uitloop na de landing bezweek, terwijl de snelheid nog hoog was, de rechter wielpoot.
Schuivend over het modderige terrein kwam het toestel met een grondzwaai tot stilstand.
De schade viel mee,
schroef verbogen, motorkap en nog wat andere beplating beschadigd.
Bestuurder: J.J. Geysendorffer.
27.09.1934 PH-AEI Fokker F.VIII 5046 Haamstede Terug / Top
Bij het inzweven voelde de bestuurder een lichte schok, alsof hij met de staartsteun het
draad van het daar staande hek had meegenomen. Toen het toestel naar het stationsgebouw
was getaxied werd de zaak geïnspecteerd. Een paal bleek nog juist het achterste deel van
de romp
geraakt te hebben, het doek was over "
waren gebroken en ontzet en de hoofdbuis was naar binnen getrokken.
De dienst werd door Van der Sijde met de PH-ADN overgenomen.
Bestuurder: J. Bach.
De brief van Bach waarin het het incident beschrijft en hiernaast een schets van de reparatie. (Coll. H. Dekker) |
06.10.1934 PH-AEF Fokker F.VIII 5043 # Terug / Top
Beschadigd bij het uitrijden uit de hangaar.
NB. Ik heb ook een (officiële) bron die datm 7/10 geeft.
08.10.1934 PH-AIE Fokker F.XII 5292 Rotterdam Terug / Top
Na reparatie alsnog naar Parijs.
Bestuurder: G.J.C. te Roller.
09.10.1934 PH-OST Pander S.4 Postjager 46 Kopenhagen(OY) Terug / Top
Het was de bedoeling een driehoeksvlucht Schiphol-Berlijn-Kopenhagen-Schiphol te maken;
met de bedoeling snelheid en brandstofverbruik nogmaals op een lange vlucht te testen.
Tijdens de vlucht besloten de bemanning toch een tussenlanding te Kopenhagen te maken en
daar bleek bij een inspectie de oliedruk van een der motoren niet correct.
De gezagvoerder weigerde weer te vertrekken en de dag daarna arriveerde constructeur
Slot om e.e.a. te inspecteren. Zijn diagnose was dat er gewoon gevlogen kon worden, en
hij stapte er ook bij in en vloog mee terug naar
Schiphol.
Gezagvoerder: G.J. Geysendorffer. Copiloot: D. Asjes. Telegrafist: P. Pronk.
15.10.1934 PH-AFL Fokker F.XII 5242 Meppel Terug / Top
Boven Meppel kreeg het toestel een zware remoustik. De bestuurder werd licht gewond en vloog
daarna nog naar Soesterberg. Het werd later door C. Blaak naar Schiphol overgevlogen.
Bestuurder: H. Brinkhuis.
16.10.1934 D-URIS Junkers G.24 849 Blaricum Terug / Top
Vlak na de start richting Essen ontstond er een defect aan de motor.
Het met bloemen beladen toestel maakte een noodlanding op de Oostermeent onder Blaricum.
Er ontstond verder geen schade, de bloemen werd met een ander toestel naar Duitsland
gebracht, het toestel werd ter plaatse door Martin Wilhelm, een Lufthansa gwk van
Schiphol, gerepareerd.
Foto onder, uit de Gooi en Eemlander van 17.10.1934, beide foto's met dank aan Frans J.J. de Gooijer. |
17.10.1934 PH-AIH Fokker F.XII 5300 Athene(SX) Terug / Top
Op de terugvlucht vanuit Nederlands-Indië (#201) ontstond op het traject Caïro-Athene
een probleem met een motor. Daar
bleef het toestel een nacht over voor de reparatie.
Gezagvoerder: E. van Dijk. Copiloot: A. Viruly. Boordwerktuigkundige: Th. J. Hoogeveen. T
elegrafist: P.J. Oolgaard.
Bericht in Het Vaderland 17.10.1934. (KB)
20.10.1934 PH-OST Pander S.4 Panderjager 46 Leipzig(D) Terug / Top
De eerste etappe van de Melbourne-race. Oponthoud bij het tanken omdat een stuk linnen
van de huidbekleding was
losgeraakt. Dat moest eerst geplakt worden.
Gezagvoerder: G.J. Geysendorffer. Copiloot: D.L Asjes. Telegrafist: P. Pronk.
20.10.1934 PH-OST Pander S.4 Panderjager 46 Allahabad(VT) Terug / Top
Bij het uitklappen van de wielen voelde de bestuurder al dat het linker wiel bleef hangen.
Hij probeerde de landing alleen op het rechter wiel uit te voeren maar dat mislukte.
Met een scherpe grondzwaai kwam het toestel, beschadigd, tot stilstand.
De propellers waren verbogen, er zaten gaten in de olietank.
De duur van de reparatie werd geschat op zo'n 14 dagen en daarmee was natuurlijk de kans
op een prijs in de race tot nul gereduceerd. Ook het feit dat het toestel al na zes dagen
weer kon
vertrekken, deed daar niets aan af.
Gezagvoerder: G.J. Geysendorffer. Copiloot: D.L Asjes. Telegrafist: P. Pronk.
Bericht in Het Vaderland 22.10.1934. (KB) Knipsel uit de collectie van Nico Geldhof. De dag na de ongelukkige landing. Foto: San Diego Air & Space Museum |
21.10.1934 PK-SAL Miles M.2 Hawk 13 Tegal Terug / Top
Onderweg van Soerabaja naar Batavia moest een noodlanding gemaakt worden omdat een der
magneten dienst weigerde. Het toestel werd gerepareerd in de werkplaats van autohandelaar
(en sportvlieger) Moné nadat dhr. Meeuwenoord met de “Kriel” uit Bandoeng twee magneten had
aangevoerd. De volgende dag kon
de reis worden voortgezet.
Bestuurder: H.L. Krayenhoff.
23.10.1934 PH-AJU
Een van de beroemde mijlpalen uit de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis.
De “Uiver” raakte tijdens de laatste etappe van de Melbourne-race verdwaald.
Door met de stadsverlichting in morsetekens de plaatsnaam te seinen wist de bemanning
dat ze boven Albury vlogen.
Dat ligt weliswaar niet zo ver meer van Melbourne af maar met de beschikbare hoeveelheid
brandstof was dat toch niet meer haalbaar.
Er zou dus eerst nog geland moeten worden. Per radio werden de inwoners van Albury
verzocht met hun auto naar de plaatselijke renbaan te komen om met de autolampen een
landingsbaan te markeren.
De landing lukte prima en de nacht werd in
Albury doorgebracht.
De volgende dag werd de zo licht mogelijk gemaakte machine door twee bemanningsleden
naar Melbourne gevlogen, de rest van de bemanning, de passagiers en de post volgde
per trein.
Gezagvoerder: K.D. Parmentier. Copiloot: J.J. Moll. Boordwerktuigkundige: B. Prins.
Telegrafist: C. van Brugge.
De volgende morgen moest de Uiver eerst met
vereende krachten uit de modder worden getrokken.
(Via H. J. Hazewinkel)
25.10.1934 PH-AIJ Fokker F.XII 5302 Boedapest(HA) Terug / Top
Op de uitreis van Indiëvlucht #207 moest bij Boedapest wegens motorstoring een
noodlanding gemaakt worden. Het leverde een
dag oponthoud op.
Gezagvoerder: W.M.O.H. Beekman. Copiloot: Th.M.J. Verhoeven.
Boordwerktuigkundige: J. den Hartog. Telegrafist: H.C. Moulijn.
Bericht in Het Vaderland 3.11.1934. (KB)
26.10.1934 PH-OST Pander S.4 Panderjager 46 Allahabad(VT) Terug / Top
Het toestel was gerepareerd en 's middags was een bevredigende proefvlucht gemaakt.
Om 11 uur 's avonds zou gestart worden om
de tocht naar Melbourne voort te zetten.
Door een misverstand dacht de bestuurder van een mobiel baanlicht dat de start niet
door zou gaan en met gedoofde lichten
ging hij met z'n tractor dwars over de baan.
De start ging dus wèl door en toen hij de Pander op zich af zag komen ontstak hij nog
wel direct de koplampen van z'n tractor maar het was al te laat.
De gezagvoerder zag opeens voor zich lichten aan gaan, probeerde nog wel over de
obstakels heen te vliegen maar z'n onderstel klapte tegen de grote schijnwerper die op
de aanhanger gemonteerd was.
Het vliegtuig vloog direct in brand, kwam
daar direct in lichterlaaie.
Gelukkig bleef de linker motor op volle kracht doordraaien en dat hield de ruimte voor
de nooduitgang vrij van vlammen zodat de bemanning nog net ongedeerd uit het brandende
wrak kon ontsnappen.
De -houten- Panderjager brandde helemaal uit.
Gezagvoerder: J.J. Geysendorffer. Copiloot: D.L Asjes. Telegrafist: P. Pronk.
Onder het brandende wrak. (Foto via J. van Tuijl, www.aviacrash.nl) En wat ervan overbleef! (Via H.J. Hazewinkel) |
De beschrijving van het ongeval in Het Vaderland. 3.11.1934. (KB)
29.10.1934 PH-AIE Fokker F.XII 5292 Hamburg(D) Terug / Top
Onderweg van Amsterdam naar Malmö werd het toestel door de bliksem getroffen.
Een cockpitruit werd vernield en een nachtlanding flare ontbrandde.
Er werd een noodlanding te Hamburg gemaakt. De
schade bedroeg ƒ 187,-.
Gezagvoerder: C. Blaak. Marconist: H.J.
Siemer.
Het relaas van gezagvoerder Blaak. (Coll. H. Dekker) |
|
30.10.1934 PH-AIJ Fokker
F.XII 5302
Na de noodlanding (op 25/10) bij Boedapest werd de verloren gegane dag weliswaar weer
ingehaald, maar bij Allahabad ging
deze weer ruimschoots verloren door een carburatiedefect.
Gezagvoerder: W.M.O.H. Beekman. Copiloot: Th.M.J. Verhoeven.
Boordwerktuigkundige: J. den Hartog. Telegrafist: H.C. Moulijn.
31.10.1934 PH-ABX Fokker C.II 1 # Terug / Top
Het zojuist door de ICRO NV aangeschafte toestel werd verhuurd aan filmstudio M.H.D.
ten behoeve van de film “Op hoop van zegen”. Daar rustte geen zegen op!
In afwijking van de klemmende instructie liet men daar de romp (zonder vleugels) een
volle dag in de stromende regen staan. De dag daarna wilde men het toestel op een wagen
laden en toen is het van 1½ meter hoogte op de grond gevallen.
In 1936 heeft men nog wel een poging gedaan het weer de lucht in te krijgen, maar bij
inspectie door de R.S.L. bleek het in zo'n slechte toestand te verkeren dat men hier
maar van afzag.
Er rustte dus geen zegen op de verhuur aan M.H.D. Filmstudio's!
(Coll. H. Dekker)
00.10.1934 PH-AJB Pander EK 80 47 Kontich(OO) Terug / Top
Na een soort noodlanding bij Dinant, omdat het beoogde veld in Luxemburg onbruikbaar was,
werd koers gezet naar Antwerpen.
Maar
bestuurder slaagde er niet in om over te schakelen op de reservetank.
Er moest dus een echte noodlanding gemaakt
worden. Hierbij bezweek een wielpoot.
Bestuurder: A.R. Somer.
00.10.1934 PH-AJX Koolhoven F.K.48 4801 Waalhaven Terug / Top
In de rechter onderstelstijl brak de stalen schroefveer. De scherpe breukranden veroorzaakten
een scheur van drie cm. in de buitenbuis.
01.11.1934 PH-AJH Koolhoven F.K.46 4601 Waalhaven Terug / Top
De leerling ging solo enige oefeningen uitvoeren omdat hij binnenkort voor zijn brevet
geëxamineerd zou worden.
Na een landing wilde hij de handrem bedienen en boog daarbij wat voorover.
Hierbij duwde hij ook de knuppel naar voren, de staart kwam omhoog en de schroef sloeg
tegen de grond.
Schroef gebroken,
motorophanging ontzet en dashboard van de voorste zitplaats beschadigd.
Bestuurder: J. Errös.
Het rapport van de bestuurder. (Coll. H. Dekker)
03.11.1934 PH-AEI Fokker F.VIII 5046 Rotterdam Terug / Top
Bij het binnenzweven raakte het linker wiel de schutting.
05.11.1934 PK-SAF de Havilland D.H.60M Gipsy Moth 1687 Malang(PK) Terug / Top
van Beck.
“Bij het landen speelde zich een malheur af waardoor de rechterkant van het onderstel van den
vleugel afscheurde. Direct waren rappe handen druk in de weer om dit euvel te verhelpen,
doch hoe men ook zwoegde, alras bleek dat er van repareren ter plaatse geen sprake kon zijn.”
Bestuurder: E.F. Klaarmond.
Soerabaijasch Handelsblad 7.11.1934 via K. Kalkman
06.11.1934 PK-AFD Fokker F.VIIb-3m 5072 Pakan Baroe Terug / Top
Tijdens een rondvlucht moest er een noodlanding gemaakt worden. Hierbij werd het onderstel
ernstig beschadigd. Met de “Sieberg” van de KPM werd het toestel naar Batavia getransporteerd.
Bericht in Het Vaderland 3.12.1934. (KB)
|
Sumatra Post 6.11.1934 via Nick Wiegersma |
08.11.1934 D-2750 Focke-Wulf L 101D 219 Rijssen Terug / Top
Onderweg van Bremen naar Düsseldorf was de bestuurder de weg kwijtgeraakt en boven Nederland
terechtgekomen. Toen hij ook nog motorpech kreeg landde hij op de gemeenteweide van Rijssen.
Hierbij werd het landingsgestel vernield. Nog dezelfde dag werd het toestel met een vrachtwagen
naar Duitsland teruggebracht.
Bestuurder: H. Kienow.
Algemeen Handelsblad 10.11.1934 via K. Kalkman De Telegraaf d.d. 10.11.1934 via Karel Kalkman |
De mededeling van gemeente Rijssen aan de Luchtvaartdienst.
(Gemeentearchief Rijssen, Coll. Jan Evert Leeuw)
11.11.1934 PH-ADX Fokker F.VIIa 1 # Terug / Top
Bij het taxiën botste het toestel met de propeller tegen een crick.
De propeller werd onherstelbaar beschadigd.
13.11.1934 PH-ADZ Fokker F.VIIa 2 # Terug / Top
Schade Dfl. 450,-.
Bestuurder: G.M.H. Frijns.
14.11.1934 PH-AIZ Fokker F.XX 5347 Hannover(D) Terug / Top
Toen het toestel bij Berlijn aankwam kon het vanwege het slechte weer niet landen en
keerde terug naar Hannover. Daar werd een normale landing uitgevoerd, maar tijdens het
uitrollen klapte het staartwiel in. Toestel op de crick en bij de inspectie bleek er
geen schade te zijn aangericht, en ook functioneerde het intrekmechanisme normaal.
Dus crick weg en weer met het staartwiel op de grond gezet. Even daarna klapte het wiel
weer spontaan in, maar helaas, de crick stond er nog wel naast.
Dus prikte de crick dwars door het horizontale staartvlak; doek en enige bekledingslatten
beschadigd.
Bij nadere inspectie leek dat de staartwielophanging waarschijnlijk als gevolg van een
harde landing iets ontzet was waardoor de beveiliging niet meer goed functioneerde.
Bestuurder: P. Soer.
De telefoonnotitie betreffende dit incident.
(Coll. H. Dekker)
17.11.1934 PH-# # = Eindhoven Terug / Top
Sint Nicolaas zou te Venlo per vliegtuig arriveren en dan z'n intrek in een groot
modemagazijn nemen.
Op de Groote Heide stonden duizenden mensen uit de wijde omgeving te wachten om hem te
verwelkomen. Na enkele uren wachten kwam het teleurstellende bericht dat Venlo vanwege de
dichte mist niet bereikbaar was gebleken en dat het vliegtuig was uitgeweken naar Eindhoven.
Daar was de Sint in een auto gestapt en pas tegen de avond arriveerde hij in Venlo.
Bericht in Het Vaderland 19.11.1934. (KB)
20.11.1934 PH-AIE Fokker F.XII 5292 Rotterdam Terug / Top
20.11.1934 PH-AJI de Havilland D.H.60G III Moth 5040 Grootebroek Terug / Top
De bestuurder vloog een reclamevlucht voor de eigenaar N.V. Batschari's Sigarettenfabriek
boven diverse dorpen in Noord-Holland. Om de strooibiljetten uit te werpen had hij een passagier
in de
voorste cockpit.
Boven Grootebroek hield de motor er opeens mee op. De hoogte waarop dit gebeurde is niet
geheel duidelijk, de bestuurder
zegt ca
op ongeveer
Hoe het ook zij, er moest een noodlanding worden uitgevoerd. Daartoe overvloog (-zweefde dus! HD)
de bestuurder diverse langgerekte stukken weiland met de bedoeling bij de gunstigste middels een
bocht in te draaien om in de lengte van het weiland te landen.
Toen hij z'n keus had gemaakt en de bocht wilde inzetten ontdekte hij een aantal mannen
die daar aan het werk waren. De hoogte was toen echter zodanig dat de geplande manoeuvre
niet meer bij het
volgende veld gemaakt kon worden.
Het volgende veld kon helemaal niet meer bereikt worden, het vliegtuig vloog tegen de
oever van de tien meter brede sloot tussen beide weilanden. De neus drong diep in de
zachte aarde en daardoor zakte de romp niet onder water.
De bestuurder kon op eigen kracht, ongedeerd, over het vliegtuig de vaste grond bereiken,
de passagier werd door omstanders naar de kant geholpen.
Hij bleek een uit de kom geschoten linker heupgewricht
te hebben opgelopen.
Het vliegtuig was zwaar beschadigd: schroef,
motorbok, beide vleugels en onderstel.
Bestuurder: K. Katzenstein.
( Het Nieuws van de Dag 15.12.1934 via K. Kalkman)
Twee
foto's nadat het toestel achterwaarts uit het water getrokken is.
(Coll. H. Dekker)
Het RSL-rapport. (Coll. H. Dekker)
27.11.1934 PH-AIH Fokker F.XII 5300 Djask(EP) Terug / Top
Op de terugvlucht van de dienst op Nederlands-Indië (#208) kreeg het toestel op Djask
motorpech. De PH-AIO.“Oehoe” vertrok daarop twee dagen eerder uit Amsterdam met
boordwerktuigkundige Hoogeveen en een nieuwe motor.
Daarna vloog de “Oehoe” weer terug naar Caïro om de post en de passagiers die door de “Uiver”
met een extra vlucht werden nagebracht, op te halen.
Gezagvoerder: G.J.C. te Roller. Copiloot: J.J. Abspoel. Boordwerktuigkundige: P. Welman.
Telegrafist: M. Saaf.
00.11.1934 PH-AIZ Fokker F.XX 5347 Twente Terug / Top
SE-AEB Fokker F.VIII 5044
D-AQUQ Junkers Ju.52 5053
Maakten alle drie een voorzorgslanding in verband met de weersgesteldheid.
02.12.1934 PH-AEF Fokker F.VIII 5043 Vlissingen Terug / Top
Het toestel was om 15.25 op Vlissingen aangekomen met een olielekkage in motor #2.
Na reparatie werd de betreffende motor, terwijl het toestel nog in de hangaar stond,
even proefgedraaid en bleek weer normaal te functioneren. Bij het afzetten sloeg hij
echter terug en vloog
de carburateur in brand.
Na blussing moest dus weer even proefgedraaid worden, daartoe werd de machine nu toch
maar even buiten op het platform gezet.
Het rapport over de carburateurbrand. (Coll. H. Dekker)
02.12.1934 PH-AJU
Gezagvoerder: L. Sillevis. Copiloot: W.M.O.A. Beekman. Boordwerktuigkundige: H.A. Waalewijn.
Telegrafist: G. van Zadelhoff.
02.12.1934 PH-2 Mayer M.1 # Schiphol Terug / Top
Tijdens de lierstart brak de bevestigingsring. Bij de daaropvolgende glijlanding brak
o.a. de schaats.
02.12.1934 PH-21 Kassel 12 = Maaldrift Terug / Top
Het was eigenlijk geen weer om te vliegen, het terrein was modderig en het -toch al zware-
vliegtuig was daardoor nog zwaarder
geworden.
Bij de kabelstart kwam het toestel heel moeizaam op een hoogte van zo'n tien meter en kon
ternauwernood in de lucht gehouden worden. Op dat moment gleden de trekkers plotseling in
de modder uit en de bestuurder kon niet anders dan de knuppel van het feitelijk overtrokken
toestel naar voren te duwen.
Het vliegtuig reageerde echter traag en zakte, met een naar beneden gerichte vleugel steeds
sneller door. Met een zware klap kwam het toestel met de neus en een vleugel op de grond neer.
De veiligheidsgordel brak en de bestuurder kwam tien meter verder in het zand terecht.
Hij bleef ongedeerd, behalve dan dat hij enige uren z'n geheugen kwijt was.
Toen hij aan de trekkers vroeg of hij gestart was, konden ze hem daarop geen antwoord geven.
Wèl waren ze er zeker van dat hij geland was!
Het vliegtuig was zodanig beschadigd dat het
niet meer gerepareerd werd.
Bestuurder: L.A. de Lange.
06.12.1934 PH-AIE Fokker F.XII 5292 Kopenhagen(OY) Terug / Top
De bestuurder had enige maanden niet op Kopenhagen gevlogen en wist niet dat een gedeelte
van het veld omgeploegd was. Achteraf beweerde de KLM-vertegenwoordiger in Denemarken,
die toevallig in
Amsterdam was, dat hij de bestuurder vooraf wel gewaarschuwd had.
Bij de nadering bleek dat het veld in een dichte grondmist lag. Wèl staken de hogere
herkenningspunten er boven uit en waren prima zichtbaar.
Het op de juiste plaats aan de grond zetten van het toestel was dus geen enkel probleem,
maar daarna moest er getaxied worden. Ook daarbij was het bepalen van de route eenvoudig
want de cockpit stak wel boven
de mistlaag uit, maar de grond was niet zichtbaar.
Het toestel kwam dus in het omgeploegde deel
terecht en maakte een neusstand.
De schroef werd verbogen, motor en motorbok werden naar achteren geduwd, juist tot aan
de cockpit. De bestuurders bleven ongedeerd. Eén der passagiers stond echter al in het
gangpad z'n jas aan te
rekken en die viel met z'n neus op een -onnodig- scherp deursteuntje.
Vanuit de toren kon de startofficier de staart boven de mist zien uitsteken, maar de
gronddienst had grote moeite het
toestel te vinden.
Het verlaten van het toestel door de zeven passagiers bleek een groot probleem, de
uitgang zat nu ruim zeven meter boven de grond en er moesten ladders aan elkaar gebonden
worden om die van buiten af
te bereiken.
Een kundige lasser repareerde de neus zodanig dat het toestel (op 17/12) op twee motoren
naar Waalhaven kon worden teruggevlogen. Daar werd de reparatie voltooid (1e vlucht 15.1.1935)
en er werden enige modificaties aangebracht: een extra nooduitgang voor in de romp,
de verbanddoos niet in de staart maar in de cabine en natuurlijk... een stomp
deursteuntje.
Gezagvoerder: Th.W. von Weyrother.
En op deze twee krantenknipsel is duidelijk te zien dat de evacuatie niet bepaald vlot verliep.
De vernielde middenmotor van de "Ekster"
De telefoonmelding betreffende het 'voorovervallen' van de PH-AIE; (Coll. H. Dekker)
De Luchtvaartdienst vroeg advies aan de Deense autoriteiten betreffende het KLM-plan om het toestel -eventueeel- op twee motoren naar Schiphol over te vliegen. (Coll. H. Dekker) |
|
Het
rapport dat Von Weyrother over het incident schreef.
(Coll. H. Dekker) |
|
06.12.1934 PH-AIZ Fokker F.XX 5347 Schiphol Terug / Top
Staartwiel kon niet uitgeklapt worden.
Bestuurder: P. Soer.
De telefoonnotitie betreffende het onderstelprobleem.
(Coll. H. Dekker)
08.12.1934 FCx-450 Fokker C.X = Hoorn Terug / Top
De twee laatste pagina's van het ongevallenrapport. Coll. H. Dekker)
09.12.1934 PK-SAM Pattist-Walraven
PW-1 I-1 Bandoeng(PK)
Terug / Top
Door te lang planeren, hoog boven
de bergen,
sloeg de motor af.
Dat zal dus wel ijsvorming in de carburateur geweest zijn.
(Mijn conclusie, HD)
De noodlanding werd uitgevoerd op
een voetbalveldje van nog geen 60 meter.
Een de wielen raakte een boomstronk en beide vleugels braken af. Het toestel werd
zeer ernstig beschadigd.
de bestuurder bleef
ongedeerd.
Gezagvoerder: W.F. Boot.
Passagier : C.A. Gomes.
11.12.1934 PH-AJU
Het toestel was op weg toen de hoogtegas-overbrenging van motor #2 brak en
teruggekeerd moest worden naar
Schiphol.
Deze overbrenging is voor de kerstvlucht aan
beide motoren veranderd in een stangenstelsel.
Gezagvoerder: W.M.O.A. Beekman. Boordwerkuigkundigen: F. Naber, J. van Steenbergen,
H.A. Walewijn. Telegrafist: G. van Zadelhoff.
Ook dit incident passeerde de revue bij het
onderzoek naar de Uiver-ramp. (Coll. H. Dekker)
14.12.1934 D-EGOQ Klemm L 25e = Gorssel Terug / Top
Het was de bedoeling om van Bonn naar Münster te vliegen maar in plaats van het kanaal
Wezel-Münster te volgen pikte hij per abuis de Rijn en de IJssel op.
Toen hij dat in de gaten kreeg keerde hij nog wel weer om maar, en dat zul je dan net zien,
toen weigerde opeens de motor
zodat hij een noodlanding moest maken.
Hierbij sloeg het toestel over de kop en de bestuurder moest door toegesnelde omwonenden
uit de cockpit bevrijd worden.
Bestuurder: Th. Iven.
(Algemeen Handelsblad 15.12.1934 via K. Kalkman)
Bericht in Het Vaderland 16.12.1934. (KB)
19.12.1934 PH-AIZ Fokker F.XX 5347 Twente Terug / Top
Voorzorgslanding wegens slecht weer.
19.12.1934 D-EKOM Cierva C.30A = Twente Terug / Top
Deze autogiro was op afleveringsvlucht naar Deutsche Luftsport Verband en maakte wegens
het slechte weer (minstens) tweemaal een voorzorgslanding.
(Nieuwe Tilburgsche Courant 21.12.1934 via K. Kalkman)
Uit het maandrapport van de NV Luchthaven Twente. (Coll. Jan Evert Leeuw)
20.12.1934 PH-AJU
Er zullen weinig grote vliegtuigrampen zijn geweest waarover achteraf geen
beroering
is ontstaan, zeker als uit het onderzoek geen duidelijke oorzaak
naar voren komt.
Zo ook bij de Uiver!
Veronderstellingen over de koers, over mechanische defecten, complottheoriën,
bomexplosies; álles is in de
(luchtvaart)pers voorbijgekomen.
Het meest hardnekkig is wel het verhaal
(“Indianenverhaal” volgens Viruly) over een
schietpartij in de cockpit waarbij
de 'Japanse spion' Beretty, de bestuurder Beekman
door het hoofd geschoten zou
hebben.
Ten eerste werden bij de gedegen lijkschouwing van Beekman geen schotwonden
geconstateerd en ten tweede, het zou zeker niet geheim gehouden zijn als ze wèl
aangetroffen waren!
Voor de public relations zou dit een veel 'gunstiger'
oorzaak zijn dan de
onbevredigende verhalen over slechte vliegeigenschappen en
vermoeide bemanningen!
Het doel van deze pagina's is om eens 'alles' wat er officieel over
gerapporteerd is
op een rijtje te zetten zodat men zelf kan oordelen.
Bedenk wel dat dít alles is en hier zullen we het dus 'mee moeten doen'.
Meer informatie is er niet, dus een theorie die hier niet op is gebaseerd is dus op
z'n minst zéér twijfelachtig!
Wel is het opmerkelijk dat er nu, 75 jaar later, zelfbenoemde deskundigen zijn die,
kennelijk uit onvrede met de inderdaad niet concrete conclusies van de diverse
onderzoeksrapporten, op basis van allerlei gewichtig klinkende theorieën wèl menen
te kunnen
verklaren hoe het ongeval plaatsvond.
Terwijl er sindsdien geen nieuwe informatie beschikbaar is gekomen en
er bovendien,
zoals blijkt, zelfs geen kennis is genomen van alle
'oude' informatie!
Zo duikt bijvoorbeeld ook de 'vlakke-vrille-theorie' weer op, terwijl daar in 1936 al
afdoende mee afgerekend was!
Zie wat ik daarover schrijf bij het incident met PH-AKI "Kievit" op 26.2.1936!
Ik heb
niet de behoefte gehad om ook de stapel perspublicaties nog eens integraal door
te
worstelen en hier een exposé te geven wat er daar allemaal aan veronderstellingen
voorbijgekomen is.
Natuurlijk heb ik ook wel een mening over de oorzaak van het ongeval maar
die wordt
afdoende weergegeven in de conclusies van de diverse rapporten.
En het formuleren van nóg een onbewezen theorie voegt natuurlijk niets toe aan de
geschiedschrijving, het is niet meer dan een theorie erbij, die (ook) niet gestaafd
wordt door feiten en waarvoor in het onderzoeksmateriaal geen bewijzen aangetroffen
kunnen worden.
En
als ik dan toch een standpunt moet geven over wat er feitelijk gebeurde dan kan
ik
dat niet beter verwoorden dan zoals gezagvoerder op de Indië-route L. Sillevis
deed in
zijn beschrijving van de gebeurtenissen boven de Ardennen op de
terugvlucht vanuit
Caïro op 2 december 1934.
Toen raakte de “Uiver” ook in ernstige besturingsproblemen door het slechte
weer.
Uit het relaas van Sillevis:
“Het blindvliegen in remous is
uiterst moeilijk, zeer vermoeiend, terwijl telkens,
teneinde
te grote stuurkrachten te vermijden met het z.g. trimvlakje moet worden
gewerkt.
Ook bij normaal vliegen in remous is dat het
geval, maar is dan uiteraard wat minder
opvallend.
Ik acht het buitengewoon
bezwaarlijk gedurende langere tijd met het toestel blind te
vliegen. Als voorbeeld diene de tocht Amsterdam-Caïro en terug, uitgevoerd met de
heer Beekman als 2e bestuurder, welke daarbij de gelegenheid had het toestel te leren
kennen.
Terwijl de heer Beekman aanvankelijk zeer enthousiast was voor het
uitvoeren zijner
Kerstvlucht, werd hij dit steeds minder naarmate hij het toestel langer vloog en beter
leerde kennen. Zijn gunstige oordeel over het
toestel verdween geheel, m.n. op de
terugreis gedurende het traject
Marseille-Amsterdam.
"We moesten toen gedurende enige uren in zeer rumoerig weer blindvliegen,
hetgeen op
diens verzoek door de heer Beekman werd
verricht. Na circa 1½ uur van grote inspanning,
waarbij het toestel 2 keren niet werd beheerst en over een hoek van 360° draaide,
waarbij het circa 300 meter hoogte verloor, gaf hij uit eigen beweging de besturing aan
mij over. Hij was zichtbaar vermoeid"
En ook Waalewijn die tijdens deze vlucht aan boord was, vertelde daarover
in het
openbaar in de kantine: